So, does the majority of native speakers prefer using “quicker” than “more quickly” in general or only in this case?
Rusanna, in my original reply (#3) I was trying to guess why your questioner was insisted on ‘quicker’ as the answer, as well as to answer your question, so I might slighty rethink first. Ik denk dat de doorslaggevende reden waarom de meeste, mogelijk bijna alle, moedertaalsprekers hier voor ‘sneller’ zouden kiezen, de reden is die The Newt in #2 geeft – het dominante element in deze structuur is het in evenwicht brengen van de twee bijwoorden/bijvoeglijke naamwoorden die tegenover elkaar staan/gecompenseerd worden, dus ‘sneller – eerder’ zou duidelijk het meest aanspreken.
Nu uw aanvullende vraag: ik heb de indruk dat ‘sneller’ grotendeels de plaats heeft ingenomen van ‘sneller’; dat wil zeggen, dat de traditionele leer dat ‘snel’ het bijwoord is en ‘snel’ het bijvoeglijk naamwoord, en dat dus de respectieve vereiste vergelijkende woorden ‘sneller’ en ‘sneller’ zijn, nu grotendeels wordt genegeerd, of zelfs dat veel moedertaalsprekers zich daar niet van bewust zijn; dus ik denk, zonder veel objectief bewijs, dat tegenwoordig ‘sneller’ in het algemeen de voorkeur krijgt boven ‘sneller’. Toch zou ik (omdat ik ouder ben) waarschijnlijk vaker dan de gemiddelde spreker ‘sneller’ gebruiken (wanneer het vergelijkend bijwoord vereist is), maar ik zou geen ‘regel’ kunnen geven – ik denk dat ik onbewust ‘sneller’ vermijd wanneer het stijfjes of overdreven methodisch zou kunnen overkomen. Het is het gebruikelijke kluwen, naarmate het gebruik verandert, tussen ‘juistheid’, logica en gebruik. Ik denk niet dat een onderscheid tussen formeel en informeel gebruik juist is, hoewel het mijn gebruik zou kunnen beschrijven, omdat dat zou impliceren dat een moedertaalspreker de ene of de andere vorm zou (moeten) kiezen, afhankelijk van de formaliteit van de situatie, maar ik denk niet dat dat in feite nog een keuze is die door jongere mensen wordt erkend. Het blijft echter waar dat als ik in geschikte situaties de voorkeur geef aan “sneller”, niemand dat vreemd zou vinden klinken, en dat mijn publiek het zelfs zou kunnen verwachten.
Om terug te komen op uw oorspronkelijke vraag: ik denk dat het het beste is om als taalleerder die testvragen beantwoordt, ‘juist’ te definiëren als ‘de keuze die moedertaalsprekers in deze situatie zouden maken, wanneer de andere antwoorden de spreker zouden identificeren als een buitenlander of op zijn minst een excentriekeling, of een unieke ongewone context zouden vereisen’. Zoals ik al zei, is de eigenlijke vraag een beetje kunstmatig, omdat moedertaalsprekers de leemte natuurlijk zouden opvullen met ‘vroeger’; de overgrote meerderheid van de moedertaalsprekers zou de vraag beantwoorden met ‘sneller’; maar de zin krijgt geen context, en ‘hoe sneller u deze klus klaart’ zou zeker kunnen worden gezegd zonder dat er wenkbrauwen worden opgetrokken – dus bij nader inzien moet ik zeggen dat ik meer sympathie heb voor uw bewering dat ook het antwoord ‘B’ gerechtvaardigd zou kunnen zijn (wat natuurlijk het oordeel is van The Newt in#2!)