Dec. 24, 2008 – Cognitieve gedragstherapie (CBT) en Zoloft zijn effectieve behandelingen voor angststoornissen bij kinderen — maar de combinatie werkt het beste, zo blijkt uit een door de overheid gefinancierde studie.
Angstststoornissen en sociale fobieën beperken het leven van minstens één op de tien kinderen. Maar tot de helft van deze kinderen wordt niet geholpen door een kortdurende behandeling met alleen psychotherapie of alleen medicijnen.
Daarom leidden Johns Hopkins-onderzoeker John T. Walkup, MD, en collega’s een door meerdere instellingen en de overheid gefinancierde studie om te zien of een combinatiebehandeling zou helpen.
De onderzoekers schreven 488 kinderen en tieners in de leeftijd van 7 tot 17 jaar in. Allen leden aan verlatingsangststoornis, gegeneraliseerde angststoornis, of sociale fobie.
Er waren vier verschillende behandelingsgroepen:
- 76 kinderen kregen inactieve placebopillen.
- 133 kinderen kregen alleen Zoloft — beginnend met 25 milligram per dag en binnen acht weken aangepast tot 200 milligram per dag, inclusief acht sessies van 30 tot 60 minuten om de respons op de behandeling en bijwerkingen te beoordelen.
- 139 kinderen kregen alleen CGT — 14 sessies van een uur gebaseerd op het Coping Cat programma.
- 140 kinderen kregen een combinatiebehandeling met CGT en Zoloft.
Na 12 weken:
Walkup en collega’s concluderen dat alle drie de actieve behandelingen – CGT, Zoloft, of de combinatie – effectieve kortdurende behandelingen zijn voor kinderen met angststoornissen.
“Van deze effectieve therapieën biedt de combinatietherapie de beste kans op een positief resultaat,” concluderen zij.
Zoloftbehandeling werkte het snelst, met een snelle eerste verbetering maar weinig extra verbetering na acht weken behandeling. CGT had acht tot 12 weken nodig om te werken.
De meeste kinderen met angststoornissen worden niet gediagnosticeerd of behandeld, merkt een hoofdartikel op van Graham J. Emslie, MD, van de University of Texas Southwestern Medical Center, Dallas.
Dat is jammer, zegt hij, omdat onderzoek nu aantoont dat onbehandelde angst in de kindertijd tot in de volwassenheid blijft bestaan.