Abstract
Doelstelling: De samenstelling van de vaginale flora van gezonde vrouwen observeren in de loop van de tijd, en in relatie tot hormonale veranderingen, seksuele activiteit, en hygiënische gewoonten. ONTWERP: Een longitudinaal onderzoek van de vaginale flora over een periode van acht weken. SUBJECTEN: 26 vrouwelijke gezondheidswerkers in lokale urogenitale geneeskunde klinieken. METHODEN: De deelnemers werden geanonimiseerd. Ze vulden dagelijks dagboekkaarten in. Blind vaginale uitstrijkjes werden twee tot zeven keer per week zelf afgenomen. Een uitstrijkje werd aan de lucht gedroogd voor latere Gramkleuring. De swabs werden ook gekweekt voor Candida spp, Gardnerella vaginalis, anaeroben, Mycoplasma hominis en Ureaplasma urealyticum. RESULTATEN: Van de 26 proefpersonen hadden er slechts vier een normale vaginale microbiologie. Eén vrouw, die niet seksueel actief was, had gedurende het hele onderzoek bacteriële vaginose (BV) en negen (35%) hadden intermitterende BV. Candidiasis werd intermitterend aangetroffen bij acht vrouwen (31%), en acht hadden normale microscopie. U urealyticum werd intermitterend geïsoleerd bij 40% van de vrouwen met BV, 25% met candida, en 50% met normale microscopie. Veel vrouwen hadden symptomen, maar de symptomen correleerden slecht met de microbiologische bevindingen. Op twee na waren alle vrouwen seksueel actief; meer vrouwen met BV waren echter blootgesteld aan sperma. BV leek samen te hangen met frequent gebruik van geparfumeerde zeep, en er leek een additief effect te zijn van kleding en hygiënefactoren. CONCLUSIES: Onze studie doet twijfels rijzen over wat als normale vaginale flora moet worden beschouwd. De betekenis van het eenmalig vinden van BV of Urealyticum bij asymptomatische vrouwen, of van het vinden van normale flora bij symptomatische vrouwen, wordt in twijfel getrokken. Het effect van externe factoren op de vaginale flora verdient nader onderzoek.