Een klap op het hoofd of een ernstige draai aan de nek kan beangstigend zijn. Meestal is het letsel niet ernstig, hoewel er soms sprake kan zijn van hersenletsel zoals een hersenschudding, een bloeding op de hersenen of scheurtjes in de schedel.
Hoofd- en nekletsel zijn een veel voorkomende reden voor een bezoek aan de spoedeisende hulp. Het is belangrijk dat de zorgverlener u onderzoekt op een mogelijke hersenschudding of een ander letsel. De zorgverlener kan een CT-scan (computergestuurde tomografie) van de hersenen laten maken om te controleren of u geen schedelfractuur of ernstig hersenletsel hebt. Maar meestal zijn deze scans niet nodig. Hier leest u waarom:
Vaak zijn CT-scans niet nodig.
CT-scans kunnen aantonen of er sprake is van zwelling of bloeding in de hersenen of van een schedelbreuk. Als u tekenen hebt van een ernstig letsel, is een CT-scan meestal het beste eerste onderzoek om de diagnose te stellen. Uw zorgverlener zal zoeken naar specifieke tekenen van een ernstiger probleem. Deze omvatten:
- Zwakte aan een kant van uw gezicht of lichaam
- Problemen met spreken, horen, of slikken
- Verminderd gezichtsvermogen
- Bevingen
- Keer op keer overgeven
- Een ernstige hoofdpijn
- Een pupil groter dan de andere
- Vocht of bloed uit een oor of neus
- Tenderness over de schedel
- Gebruik van een bloedverdunner
Gezondheidszorgverleners volgen richtlijnen die aanbevelen om CT-scans alleen uit te voeren bij patiënten die een hoger risico lopen op schedelbreuken of bloedingen in de hersenen. De meeste mensen met hoofdletsel hebben geen van deze problemen, en eenvoudige hersenschuddingen zijn niet zichtbaar op een CT-scan.
Als u geen van deze tekenen hebt, toont onderzoek aan dat uw risico op een ernstig letsel dat een operatie nodig heeft of tot ernstige complicaties leidt, minder dan 1 op 7000 is, en een CT-scan waarschijnlijk niet nuttig is.
Een grondig onderzoek door een zorgverlener is de belangrijkste stap om een ernstig letsel uit te sluiten. Uw zorgverlener zal u onderzoeken op een mogelijke hersenschudding of op ernstiger letsels. Als u normaal kunt lopen en praten, is de kans dat u een ernstig letsel heeft waarvoor een operatie of speciale behandeling nodig is, zeer klein.
CT-scans stellen u bloot aan straling.
Een CT-scan maakt gebruik van röntgenstralen om beelden van de hersenen en de schedel te maken. Röntgenstraling is een vorm van straling die het risico op kanker tijdens uw leven verhoogt. De risico’s van blootstelling aan straling tellen op, dus het is het beste om onnodige straling te vermijden wanneer dat mogelijk is.
Hoofdletsel heeft tijd nodig om beter te worden.
Het kan zijn dat u de komende dagen of weken nog enkele milde symptomen heeft, zoals hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, zich onvast voelen, gevoeligheid voor licht of harde geluiden, of problemen met het geheugen of de concentratie. Deze symptomen verbeteren meestal met de tijd.
Als u een van de volgende symptomen ervaart, moet u onmiddellijk naar een spoedeisende hulpafdeling gaan:
- Een hoofdpijn die aanzienlijk erger wordt
- Extreme slaperigheid, niet wakker te krijgen
- Moeite mensen of plaatsen te herkennen
- Keer op keer overgeven
- Ongewoon gedrag of extreme prikkelbaarheid
- Opvliegingen van de armen of benen (oncontroleerbare schokken)
- zwakke of gevoelloze armen of benen aan één kant van het lichaam
- verstoord evenwicht of spraak
Hoe kan ik mezelf helpen beter te worden?
Doe het rustig aan.
- Rust tot uw klachten verbeteren.
- Vermijd zware lichamelijke activiteit, vooral sport, intensieve lichaamsbeweging en ander zwaar werk.
- Zorg ervoor dat u uw hoofd niet opnieuw verwondt.
- Als uw klachten verergeren bij een bepaalde activiteit, dan moet u die activiteit vermijden.
- Er bestaan richtlijnen voor geleidelijke terugkeer naar het werk die mensen helpen te herstellen van een hoofdletsel.
- Vraag uw zorgverlener wanneer u uw normale activiteiten kunt hervatten.
Drink voldoende vloeistoffen en vermijd alcohol. Als u goed gehydrateerd blijft en alcohol vermijdt, herstelt u mogelijk sneller.
Belast uw hersenen niet. Vermijd activiteiten die emotioneel en mentaal zwaar zijn totdat uw symptomen verbeteren, zoals studeren, lezen, videospelletjes spelen of televisie kijken.
Vraag uw zorgverlener naar medicijnen. U kunt pijnmedicatie nemen volgens de instructies van uw zorgverlener, zoals acetaminophen (Tylenol), ibuprofen (Advil, Motrin) of naproxen (Aleve).
Als uw symptomen de komende weken aanhouden, maar niet erger worden, moet u contact opnemen met uw zorgverlener.
Erkentelijkheid: Dit patiëntenpamflet is tot stand gekomen in samenwerking met Consumer Reports, Choosing Wisely Alberta en Alberta’s Emergency Strategic Clinical Network.