Waarom het gebeurt
Vanaf ongeveer 18 maanden begint je kind te begrijpen dat het los van jou staat en dat het enige controle over haar wereld kan hebben. Een krachtige manier waarop ze dit kan doen is door u uit te dagen. U zegt: “Doe dit,” en zij zegt: “Nee!” De drang om voor zichzelf op te komen is nuttig. Het motiveert je kind om dingen voor zichzelf te willen doen en dingen te laten gebeuren – wat haar zelfvertrouwen en gevoel van eigenwaarde opbouwt. De sleutel is om manieren te vinden om je kind te laten zien hoe ze de controle kan hebben en haar eigen keuzes kan maken op een positieve manier.
Wat je kunt doen
1. Denk aan preventie
Bedenk welke situaties het meest waarschijnlijk zullen leiden tot verzet van peuters en bedenk oplossingen. Als er bijvoorbeeld vaak strijd is over het aankleden ’s morgens, bied dan twee outfits aan die voor u werken en laat uw kind haar favoriet kiezen. Als je weet dat er een bepaald probleem is – “geen jurken” of “alleen gymschoenen met glitters” – maak die voorkeur dan deel van het plan. Keuzes maken geeft kinderen het gevoel dat ze de touwtjes in handen hebben, op een positieve manier.
Als de overgang een probleem is, plan dan vooruit om het gemakkelijker te maken. Het kan nuttig zijn om uw kind een waarschuwing te geven voordat het overschakelt op het volgende. U kunt een ouderwetse keukenwekker gebruiken, zodat ze de tijd kan zien en bijhouden. Het kan ook nuttig zijn een poster te maken met plaatjes die de stappen in uw dagelijkse routine laten zien. Bijvoorbeeld, foto’s van tandenpoetsen, gezicht wassen, lezen en naar bed gaan laten kinderen zien wat ze kunnen verwachten. Voor oudere peuters kun je concrete aanwijzingen geven over overgangen, zoals: “Nog drie keer van de glijbaan voordat het tijd is om te gaan.” Zorg ervoor dat u doorzet (want onderhandelen en protesteren kan nog steeds gebeuren)-dit helpt uw kind leren dat u meent wat u zegt.
2. Reageer met empathie
Vertrouw de gevoelens van uw kind. Vergeet niet dat het niet de gevoelens van het kind zijn die het probleem vormen, maar wat het kind met zijn gevoelens doet dat een uitdaging kan zijn. Als ouders is het makkelijk om deze stap over te slaan en meteen de grens te bepalen. Maar het is heel belangrijk om eerst de gevoelens van een kind te erkennen, omdat het kind dan weet dat zijn gevoelens en meningen belangrijk zijn. Ook al voelt het misschien gek om te zeggen: “Ik hoor hoe verdrietig je het vindt dat je je dinosauruskostuum niet naar de kleuterschool mag dragen”, het geeft wel aan dat je het perspectief van je peuter begrijpt. Als je deze stap overslaat, gaan kinderen vaak “het volume opvoeren” om je luider, harder en sterker te laten zien hoe overstuur ze zijn. Dit is vaak het begin van driftbuien.
Voor veel kinderen is het jouw empathie en bevestiging die hen helpt om te kalmeren. Het labelen van de gevoelens van je peuter helpt haar ook om zich bewust te worden van haar emoties en, uiteindelijk, om ze te beheersen. Houd je taal eenvoudig en direct: “Ik weet dat je je pyjama niet aan wilt doen. Het is moeilijk om van speeltijd naar bedtijd te gaan.”
3. Stel duidelijke grenzen
Stel de grens. “Het is nu tijd om naar bed te gaan. Je moet slapen, zodat je lichaam kan uitrusten en groot en sterk kan worden.” Gebruik taal die je kind begrijpt. Houd het kort en duidelijk, maar niet bedreigend.
Gebruik humor en verbeelding. Beide strategieën halen de intensiteit uit de situatie en voorkomen een machtsstrijd. Zie hoe de PJ broek van uw kind eruit ziet op uw hoofd als een hoed of op zijn favoriete knuffeldier. Praat over de situatie vanuit een ander gezichtspunt: “Je teddy is zoooo moe. Hij wil gaan slapen en wil dat je met hem knuffelt.”
Dwing de grens af. Als geen van deze strategieën werkt (en soms doen ze dat niet), stel dan rustig en streng de grens. “Je kunt in het autostoeltje gaan zitten of ik kan je erin zetten. Je mag kiezen.” Als je kind zich verzet, pak haar dan (zonder boos te worden) op en zet haar vast. Op een kalmerende toon kun je iets zeggen als: “Ik weet dat je het haat om in het autostoeltje te zitten. Dat begrijp ik. Maar het autostoeltje houdt je veilig tijdens de rit naar oma.”
Voorkom dat je toegeeft. Als je toegeeft aan driftbuien, leert je kind dat als hij maar hard genoeg duwt, hij krijgt wat hij wil. Dit maakt het ook moeilijker voor u de volgende keer dat u een grens probeert af te dwingen.
4. Pick Your Battles
Bedenk van tevoren welke grens u gaat stellen, zodat u niet halverwege van gedachten hoeft te veranderen. Een moeder stond er bijvoorbeeld op dat haar 2-jarige een shirt met lange mouwen droeg op een winterdag. Haar dochter wilde per se haar favoriete t-shirt aan. Na ongeveer 5 minuten driftbui, realiseerde de moeder zich dat dit een onnodige strijd was. Haar dochter zou buiten een jas aan hebben en de kinderopvang was verwarmd. Maar ze was bang dat als ze haar dochter nu het t-shirt zou laten dragen, haar dochter zou leren dat een driftbui een goede strategie is om te krijgen wat ze wil. De gemakkelijkste manier om een onnodige strijd te voorkomen is een paar seconden de tijd te nemen om jezelf af te vragen: “Is dit een grens die ik echt moet stellen?” (Opmerking: Dit is ook een uitstekende oefening voor de tienerjaren!)
5. Zoek steun
Heeft u nog steeds twijfels of bent u gefrustreerd? Als het gedrag van uw kind het hem moeilijk maakt om vrienden te maken en ervan te genieten, te ontdekken en te leren, of een goede relatie met u te hebben, neem dan contact op met de zorgverlener van uw kind of met een deskundige op het gebied van kinderontwikkeling voor extra begeleiding. Een beoordeling door een professional uit de vroege kindertijd kan ook nieuwe inzichten verschaffen in het gedrag van je kind en hoe je hem kunt helpen beter met zijn emoties om te gaan.