Angststoornissen, waaronder sociale fobie, verlatingsangst, gegeneraliseerde angst, zijn de meest voorkomende geestelijke gezondheidsproblemen bij kinderen, en veroorzaken veel leed bij het kind en het gezin. Met tot een derde van de jongeren die een klinisch belemmerende angststoornis ervaren tegen de tijd dat ze volwassen zijn, leiden dergelijke stoornissen tot beperkingen in persoonlijk, sociaal en academisch functioneren. Wanneer ze niet succesvol worden behandeld, kunnen angststoornissen in de kindertijd leiden tot langdurige beperkingen en een verhoogd risico op bijkomende lichamelijke en geestelijke gezondheidsproblemen.
In deze nieuwe studie werden 124 kinderen met bestaande klinische angststoornissen ingeschreven en willekeurig toegewezen om ofwel de huidige eerstelijns CGT-behandeling te ontvangen, ofwel SPACE — ontwikkeld door Yale-onderzoeker, Dr. Eli Lebowitz en zijn team in het Yale Child Study Center, Yale School of Medicine, New Haven, CT, VS.
SPACE leert ouders hun accommodatie te verminderen en te reageren op de angstsymptomen van een kind op een ondersteunende manier die acceptatie van de echte nood van het kind overbrengt samen met vertrouwen in het vermogen van het kind om met angst om te gaan.
De auteurs ontdekten dat kinderen van wie de ouders deelnamen aan 12 sessies van SPACE evenveel kans hadden om hun angststoornis te overwinnen als kinderen die deelnamen aan 12 sessies van CGT, de best bewezen evidence-based behandeling voor angst bij kinderen.
Angstige kinderen kijken naar hun ouders voor hulp bij het omgaan met hun angst en het vermijden van de dingen die hen bang doen voelen. Ouders van angstige kinderen raken meestal verstrikt in de symptomen van hun kind door een proces dat bekend staat als gezinsaccommodatie. Een kind dat zich chronisch zorgen maakt, kan bijvoorbeeld op een ouder vertrouwen voor constante geruststelling, of een kind met verlatingsangst kan eisen dat een ouder thuis bij hem blijft of ’s nachts naast hem slaapt.
Voor kinderen met sociale fobie spreken ouders vaak in plaats van het kind of vermijden ze het ontvangen van gasten in het huis. Onderzoek wijst uit dat gezinsaccommodatie kan bijdragen aan het in stand houden van de angstsymptomen van het kind in de loop van de tijd.
Voor beide behandelingen voldeed ongeveer 60 procent van de kinderen na de behandeling niet langer aan de diagnostische criteria voor een angststoornis, gebaseerd op beoordelingen uitgevoerd door onafhankelijke beoordelaars die niet op de hoogte waren van welke behandeling kinderen kregen. Een nog groter deel (87,5 procent voor SPACE en 75,5 procent voor CGT) toonde significante verbetering in hun symptomen. Vragenlijsten over angstsymptomen ingevuld door kinderen en hun ouders toonden ook gelijkwaardige verbetering voor SPACE en CGT. Ouders en kinderen beoordeelden beide behandelingen als zeer bevredigend.