De belangstelling voor forensische psychologie is de laatste jaren sterk toegenomen, vooral door televisieprogramma’s als “Criminal Minds”, waarin criminele profilers een bijna paranormaal vermogen hebben om uitvoerige persoonlijkheids- en gedragsbeschrijvingen van daders (“UNSUBs”) te geven. Dit is een misvatting over de rol die forensisch psychologen spelen en leidt tot verwarring over wie een forensisch psycholoog is. Aangezien de forensische psychologie een relatief nieuw gebied binnen de psychologie is, heeft het nog steeds groeipijnen. Daarom is het waarschijnlijk het beste om te beginnen met een definitie.
De meeste auteurs van leerboeken over forensische psychologie beschrijven forensische psychologie als een vakgebied met een brede definitie en een smalle definitie. Forensische psychologie, zoals gedefinieerd door de American Psychological Association, is de toepassing van klinische specialismen op de juridische arena. Deze definitie legt de nadruk op de toepassing van klinische psychologie in de forensische setting. Christopher Cronin, die een bekend leerboek over forensische psychologie heeft geschreven, definieert het als “De toepassing van klinische specialismen op juridische instellingen en mensen die in aanraking komen met de wet” (p. 5), waarbij hij opnieuw de nadruk legt op de toepassing van klinische vaardigheden zoals beoordeling, behandeling, evaluatie in een forensische setting. Dit wordt beschouwd als een enge definitie. De brede definitie van forensische psychologie benadrukt de toepassing van onderzoek en experimenten in andere gebieden van de psychologie (b.v. cognitieve psychologie, sociale psychologie) op de juridische arena. Dit omvat ook de toepassing van resultaten van studies op gebieden als cognitieve psychologie op juridische vraagstukken. Twee goede voorbeelden zijn de vele studies van Elizabeth Loftus over ooggetuigenidentificatie en het onderzoek van Stephen Ceci naar het geheugen, de suggestibiliteit en de bekwaamheid van kinderen om te getuigen. Cronin noemt deze definitie “rechtspsychologie” of “De wetenschappelijke studie van het effect van de wet op mensen, en het effect dat mensen hebben op de wet.”
Dus, de praktijk van de forensische psychologie, en misschien wel de meest voorkomende taak van forensisch psychologen, is de psychologische beoordeling van individuen die op de een of andere manier betrokken zijn bij het rechtssysteem. Daarom, hoewel het noodzakelijk is om een opleiding in recht en forensische psychologie te hebben, zijn de belangrijkste vaardigheden die een forensisch psycholoog moet bezitten gedegen klinische vaardigheden. Dat wil zeggen, vaardigheden zoals klinische beoordeling, ondervraging, het schrijven van rapporten, sterke verbale communicatievaardigheden (vooral als getuige-deskundige in de rechtszaal) en presentatie van zaken zijn allemaal zeer belangrijk bij het leggen van de basis van de praktijk van de forensische psychologie. Met deze vaardigheden voeren forensisch psychologen taken uit als het beoordelen van bedreigingen voor scholen, voogdij evaluaties van kinderen, competentie evaluaties van criminele verdachten en van ouderen, begeleiding van slachtoffers van misdrijven, procedures voor het melden van overlijden, screening en selectie van rechtshandhavingskandidaten, de beoordeling van posttraumatische stress-stoornis en de levering en evaluatie van interventie- en behandelingsprogramma’s voor jeugdige en volwassen delinquenten. De praktijk van de forensische psychologie omvat onderzoeken, onderzoeksstudies, beoordelingen, consultaties, het ontwerp en de uitvoering van behandelingsprogramma’s en getuigenverklaringen als getuige-deskundige in de rechtszaal.
Een van de meest interessante beoordelingen voor een forensisch psycholoog is ongetwijfeld de beoordeling in “mens rea” (ontoerekeningsvatbaarheid) zaken. In de V.S. kan een persoon niet verantwoordelijk worden gehouden voor een misdaad als hij/zij geen “schuldige geest” (mens rea) bezat op het moment dat de misdaad werd gepleegd. Er zijn verschillende omstandigheden waarin de wet erkent dat een schuldige geest afwezig is (bv. zelfverdediging). “Krankzinnigheid” is geen psychologische maar een juridische term. De norm voor ontoerekeningsvatbaarheid wordt door elke staat bepaald, en er is ook een federale norm. Een algemene norm is of de persoon wist dat wat hij/zij deed verkeerd was. De forensisch psycholoog moet niet bepalen hoe de persoon op dit moment functioneert, maar zijn/haar geestelijke toestand op het moment van het misdrijf. Een groot deel van het werk van de forensisch psycholoog is dus retrospectief en moet afgaan op informatie van derden, nevencontacten en schriftelijke mededelingen (b.v. verklaringen afgelegd ten tijde van het misdrijf).
Hoewel er diploma’s op masterniveau bestaan in de forensische psychologie, moeten alle forensisch psychologen een PhD of een PsyD graad hebben van een APA geaccrediteerd of een Canadian Psychological Association (CPA)-geaccrediteerd doctoraal programma. Ze moeten ook het equivalent van twee jaar georganiseerde, opeenvolgende beroepservaring onder toezicht hebben, waarvan één jaar een door de APA of CPA geaccrediteerde predoctorale stage is. Vaak zijn er ook nog andere vereisten. De kandidaat kan een vergunning aanvragen en een mondeling of schriftelijk examen afleggen (afhankelijk van de staat waar de kandidaat zijn beroep zal uitoefenen). Beoefenaars kunnen ook gecertificeerd worden (als diplomaten) door de American Board of Forensic Psychology.
Forensische psychologie is in de afgelopen 20 jaar gegroeid. Het is een breed toegepast vakgebied dat talloze mogelijkheden biedt aan de beoefenaar. Forensisch psychologen werken in veel verschillende juridische omgevingen, schrijven rapporten, geven getuigenissen, doen directe behandelingen of werken met therapeutische gemeenschappen. In zijn boek “Proeven van een Forensisch Psycholoog: A Casebook,” geeft Charles Patrick Ewing een duidelijk beeld van hoe het is om moeilijke strafzaken te evalueren, te schrijven en te getuigen in de rechtszaal. In veel van de studies van Stephen Ceci en Elizabeth Loftus veranderen forensische zorgen de aard van hoe we geheugen en miscommunicatie conceptualiseren. Forensic psychology is definitely here to stay.
Over de auteur
Jane Tyler Ward, PhD, is een psychotherapeut in een privépraktijk, werkend met individuen en gezinnen. Haar praktijk omvat forensische evaluaties voor de rechtbanken, door de rechtbank verwezen kinderen en gezinnen, en ze is een getuige-deskundige geweest in de ontwikkeling van kinderen en geheugen, de ontwikkeling van adolescenten, en psychologie in Lehigh, Northampton, Schuylkill en Monroe counties, Pennsylvania. Momenteel is zij gespecialiseerd in het werken met ontvoerde kinderen en is zij adviseur van de Rachel Foundation, een organisatie die zich inzet voor de reïntegratie van ontvoerde kinderen met hun achtergelaten ouders. Haar meest recente onderzoek en presentaties op dit gebied hadden betrekking op misleiding en de doeltreffendheid van criminele profilering.