Cotyledonen kunnen een van de eerste zichtbare tekenen zijn dat een plant is ontkiemd. Wat is een zaadlob? Het is het embryonale deel van een zaad dat brandstof opslaat voor verdere groei. Sommige zaadlobben zijn zaadbladeren die binnen een paar dagen van de plant vallen. Deze cotyledonen op planten zijn fotosynthetisch, maar er zijn ook hypogeale cotyledonen die onder de grond blijven. Deze unieke plantendelen zijn een cruciale stap voor de opkomst van de plant en de opslag van voedsel. Lees verder voor meer fascinerende informatie over cotyledonen bij planten.
Cotyledonen bij planten en classificeren
Je kunt cotyledonen bestuderen door een gespleten pinda te bekijken. De zaadlob is de kleine bobbel aan de bovenkant van de halve noot en zal onder ideale omstandigheden ontkiemen. De zaadlob vormt zich op de top van het endosperm, dat voldoende voedingsstoffen voor de plant bevat om het kiemproces op gang te brengen. De fotosynthetische zaadlobben zien er heel anders uit dan de echte bladeren en blijven slechts een korte tijd bestaan.
Bij het bekijken van een zaadje is het vaak vrij gemakkelijk te zien wat een zaadlob is. Terwijl dit het geval is bij een pinda, hebben andere zaden niet het kleine nopje dat aangeeft waar de bladeren zullen ontspruiten. Wetenschappers gebruiken het aantal zaadlobben om planten in te delen.
Een monocot heeft slechts één zaadlob en een dicot heeft er twee. Maïs is een monocot en heeft een endosperm, embryo en één zaadlob. Bonen kunnen gemakkelijk in tweeën worden gesplitst en elke kant heeft een zaadlob, een endosperm en een embryo. Beide vormen worden beschouwd als bloeiende planten, maar de bloei is niet altijd duidelijk.
Cotyledon Plant Informatie
Het aantal cotyledonen in een zaad is de basis voor de indeling van elke plant in de groep angiospermen of bloeiende planten. Er zijn een paar onduidelijke uitzonderingen waarbij een plant niet eenvoudig op grond van het aantal zaadlobben als monocot of dicot kan worden aangeduid, maar deze zijn zeldzaam.
Als een dicot uit de grond komt, heeft hij twee zaadbladeren, terwijl een monocot er slechts één zal dragen. De meeste bladeren van eenzaadlobbigen zijn lang en smal, terwijl dicots een grote verscheidenheid aan afmetingen en vormen hebben. De bloemen en zaaddozen van eenzaadlobbigen zijn meestal drieledig, terwijl tweezaadlobbigen drie of vijf bloemblaadjes hebben en de zaadhoofden allerlei vormen kunnen aannemen.
Wanneer vallen de zaadlobben af?
Fotosynthetische zaadlobben blijven aan de plant tot de eerste echte bladeren verschijnen en met de fotosynthese kunnen beginnen. Dit is over het algemeen slechts een paar dagen en dan vallen de zaadbladeren af. Zij blijven om de in het zaad opgeslagen energie naar de nieuwe groei te leiden, maar zodra de plant zelfvoorzienend is, zijn zij niet langer nodig.
Ook de hypogeale zaadlobben die onder de grond blijven, leiden de opgeslagen energie van het zaad en zullen verdorren wanneer zij niet langer nodig zijn. De zaadlobben van sommige planten blijven tot een week bestaan, maar de meeste zijn verdwenen tegen de tijd dat de eerste twee echte bladeren zichtbaar zijn.