“Virale belasting” en “virale uitscheiding” zijn populaire medische termen die de laatste tijd voor veel verwarring hebben gezorgd. Sommigen denken dat een hogere viral load de besmette persoon zieker maakt, terwijl anderen denken dat het de persoon besmettelijker maakt. Welke is juist?
Wat is virale belasting?
Nadat een individu voor het eerst is geïnfecteerd met COVID-19, begint het virus zich te vermenigvuldigen in de cellen en infecteert vervolgens meer cellen. De virusbelasting is een maat voor het totale aantal virusdeeltjes in het individu. Hoe meer replicaties er hebben plaatsgevonden, hoe hoger de viral load. Deze meting wordt gewoonlijk gebruikt bij HIV-patiënten om te bepalen hoe zij reageren op antivirale behandelingen.
Worden mensen met een hogere viral load zieker?
De relatie tussen viral load en ziekteprogressie is complex, omdat er veel andere factoren zijn die een rol spelen bij hoe de dingen uitpakken. Op basis van onze kennis over SARS, MERS en influenza wordt een hogere viral load meestal geassocieerd met een slechter resultaat. Een studie van 76 COVID-19-patiënten, gepubliceerd in The Lancet Infectious Diseases, meldde dat de gemiddelde viral load van ernstige gevallen 60 keer hoger was dan die van milde gevallen, wat het idee ondersteunt dat een hogere viral load geassocieerd is met een slechtere klinische uitkomst.
Echter, een Chinese studie rapporteerde een asymptomatische patiënt die vergelijkbare niveaus van virale belasting droeg in vergelijking met symptomatische patiënten. evenzo concludeerde een andere studie geen verschil in virale belasting over verschillende niveaus van ziekte-ernst. Daarom hebben we nog geen zeker antwoord met gemengde resultaten betreffende de relatie tussen virale belasting en ziekte-ernst voor COVID-19.
Zijn mensen met hoge virale belasting besmettelijker?
Het antwoord op deze vraag is een relatief zekerder “ja”. Wanneer een geïnfecteerde persoon een hoge virale belasting heeft, is de kans groter dat hij meer virusdeeltjes verspreidt, in het proces dat bekend staat als “viral shedding”. Als gevolg hiervan kunnen mensen die in nauw contact staan met deze persoon een virusdosis ontvangen die hoog genoeg is om besmet te raken.
Wanneer zijn de viral load en viral shedding het hoogst?
De temporele patronen van viral shedding variëren tussen verschillende infecties. De consensus voor COVID-19 is dat de virale belasting en virale verspreiding het hoogst zijn in de eerste dagen van de infectie, met een piek op of voor het begin van de symptomen. Eén studie schatte dat 44% van de overdracht zou kunnen plaatsvinden voordat de eerste symptomen zich manifesteren. Een andere studie volgde de virale uitscheiding in de loop van de ziekteprogressie en stelde vast dat de virale uitscheiding 5 dagen na het begin van de symptomen daalt en na dag 10 stopt.
Het temporele uitscheidingsprofiel van COVID-19 staat in schril contrast met SARS. Virale uitscheiding voor COVID-19 piekt veel vroeger, en op veel hogere niveaus. Jammer genoeg maakt de sterke uitscheiding vroeg in de infectie het moeilijker om het virus in te dammen, wat waarschijnlijk bijdraagt tot de snelle verspreiding van COVID-19.