David werd geboren in 1041 v.Chr., misschien plus of min een jaar.
David was 30 jaar oud toen hij begon te regeren en hij regeerde 40 jaar.(2 Sam 5:4)
Meerdere bewijslijnen plaatsen het einde van zijn regeerperiode/begin van de regeerperiode van Salomo op 971 v.Chr.
De bewijzen zijn te vinden in:- 1. Edwin Thiele’s “Mysterieuze Getallen van de Hebreeuwse Koningen”;
-
William Hamilton Barnes bewijs uit de Tyrische Koningslijsten;
-
Kenneth Kitchen’s bewijs uit de Egyptische chronologie;
-
1 Koningen 6:1, Ezechiël 40.1 en Leviticus 25:9,10, samen met
-
de Seder Olam.
De Seder Olam die waarschijnlijk in de tweede eeuw na Christus is geschreven, zegt dat Ezechiël’s Jubeljaar in Ezechiël 40:1 het 17e was. Het was een Jubeljaar omdat in dat jaar Nieuwjaarsdag, Rosj Hasjana, op de 10e dag van de maand viel (zie Leviticus 25:9,10). Gedurende 48 van de 49 jaren valt Nieuwjaarsdag op de 1e dag van de maand. Het Jubeljaar vindt om de 49 jaar plaats. Ezechiël 40:1 wordt gerekend vanaf de verwoesting van Jeruzalem 587 v.Chr. en was in 573 v.Chr.
Een vertaling van de Seder Olam zegt:
En zo staat er (Ez. 40:1): “In het 25e jaar van onze ballingschap, op de dag van het nieuwe jaar, op de tiende van de maand, 14 jaar na de verwoesting van Jeruzalem.” Wanneer had Ezechiël dit visioen? Aan het begin van een Jubelperiode. Als zij 17 gehele Jubelperioden hebben doorgebracht, hoe kan er dan een overschrijding van 17 jaar zijn?
Zie http://www.betemunah.org/sederolam.html en kijk naar het gedeelte in deel 2 onder Jozua (hoofdstuk 11 en 12), en de paragraaf die begint met “Kaleb zei tegen Jozua “Ik was 40 jaar oud toen Mozes…”, etc.
De auteur van de Seder Olam weet niet hoe hij 17 “extra” jaren kan vinden vanaf het moment van het begin van de Jubeljaarcyclus tot het 14 jaar na de verwoesting van Jeruzalem (in 587 v. Chr.). Deze moeilijkheden van de schrijver van de Seder Olam zijn niet belangrijk voor ons. Wat wel van belang is, is dat hij zegt dat er 17 jubeljaren waren: voor deze bewering moet hij toegang hebben gehad tot informatie van de priesters in Jeruzalem, die nu niet meer bestaat.
573 v. Chr. + (17 jubeljaren * 49 jaar) = 573 + 833 = 1406 (jaar van intocht in Kanaän en jaar waarin de jubelcycli voor het eerst begonnen)
1406 + 40 jaar in de woestijn = 1446 (datum van de uittocht)
1446 – 479 (volgens 1 Koningen 6:
967 BC + 4 (volgens 1 Koningen 6:1) = 971 BC (begin van Salomo’s, einde van Davids regering)
971 +70 (volgens 2 Samuël 5:4) = 1041 BC (jaar van Davids geboorte).
3 Extra Bijbelse bewijzen voor het bestaan van David:-
In 1993 AD werd de “Huis van David” inscriptie gevonden bij Tell Dan, het eerste extra Bijbelse bewijs dat David werkelijk heeft bestaan. De inscriptie had betrekking op gebeurtenissen in het jaar 841 voor Christus, en de nederlaag van Ahaziah. “We krijgen dus een duidelijke vermelding van David als dynastieke stichter van het koninkrijk van Juda ongeveer 150 jaar na zijn dood”. (Zie “On the Reliability of the Old Testament” door Kenneth Kitchen, Eerdmans, (2003), blz. 92,93 en 615).
Ook de stèle van Mesha koning van Moab vermeldt het “Huis van David” uit ongeveer dezelfde tijd. “Dit was zo’n zes generaties na zijn (Davids) dood” (Kitchen, blz. 93).
Shoshenq I van Egypte somt zijn verwezenlijkingen te Karnak op. Een van de plaatsen waarover hij spreekt en die in het zuiden van Juda/Negev-gebied ligt, is een plaats die “Hoogten van David” wordt genoemd. Dit zou binnen 50 jaar na de dood van David zijn geweest. (Keuken, p93)
Postscript:Ik had een link moeten geven naar het artikel van de archeoloog Eilat Mazar, voor het eerst gepubliceerd begin 2006: “Heb ik het paleis van koning David gevonden?” :-https://www.biblicalarchaeology.org/daily/biblical-sites-places/jerusalem/did-i-find-king-davids-palace/