Zo herkenbaar als elke Hollywood-beroemdheid, is het gouden Oscarbeeldje er al sinds de eerste uitreiking van de Academy Awards in 1929. De iconische trofee stelt een ridder voor die een zwaard vasthoudt en op een filmrol staat met vijf spaken, die elk een van de vijf oorspronkelijke takken van de Academy of Motion Picture Arts and Sciences vertegenwoordigen: acteurs, regisseurs, producenten, technici en schrijvers. Hoewel het beeldje formeel bekend staat als de Academy Award of Merit, kreeg het in 1939 officieel de bijnaam Oscar. Het beeldje is 13,5 inch hoog en weegt 8,5 pond. Het is niet zeker waar de bijnaam precies vandaan komt, maar vaak wordt de bibliothecaresse Margaret Herrick genoemd, die bij het zien van het beeldje beweerde dat het op haar oom Oscar leek.
De Oscar werd ontworpen door MGM art director Cedric Gibbons (die onder meer “The Wizard of Oz” en “Julius Caesar” op zijn naam had staan) en was oorspronkelijk gemaakt van verguld brons. Tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen materialen schaars waren, werden de beeldjes gemaakt van beschilderd gips. Tegenwoordig worden ze gemaakt van een metaalmengsel dat britannium heet en met goud wordt verguld. De uitreiking van de Oscars zelf heeft in de loop der jaren ook een aantal veranderingen ondergaan. Toen de eerste Oscars werden uitgereikt, in 1929, werden de winnaars drie maanden van tevoren bekendgemaakt. Toen de Los Angeles Times in 1940 de namen van de winnaars eerder bekendmaakte dan was afgesproken, werd deze praktijk afgeschaft en werd in 1941 het systeem van de verzegelde enveloppen ingevoerd. Een andere mijlpaal vond plaats in 1953, toen de ceremonie voor het eerst op televisie werd uitgezonden; Bob Hope en Conrad Nagel fungeerden als presentatoren. In de loop van de geschiedenis werd de ceremonie drie keer uitgesteld: in 1938 (met een week) wegens overstromingen in Californië; in 1968 (met twee dagen) na de moord op Martin Luther King Jr. en in 1981 (met 24 uur) nadat president Ronald Reagan was neergeschoten.
Voor al het prestige dat het winnen van een Oscar met zich meebrengt, is er één ding dat winnaars niet kunnen doen: de gouden jongen met winst verkopen. Sinds 1950 moeten winnaars een overeenkomst ondertekenen waarin zij beloven dat noch zij noch hun erfgenamen hun beeldje zullen verkopen zonder het eerst voor $1 terug te geven aan de Academy.