Achtergrond: Intestinale parasieten stimuleren IgE synthese door hun proteïnasen. Door hun vermogen om IgE productie en mestcel degranulatie te induceren (hetzij direct, b.v. Ascaris, of via specifiek IgE) is het mogelijk dat sommige parasieten allergische verschijnselen induceren. Sommige parasieten kunnen door hun allergeniciteit meer allergeen zijn dan andere. Genetische predispositie, voedingsstatus en psychosociale variabelen van de gastheer en het tijdstip en de mate van blootstelling aan allergenen kunnen ook een belangrijke rol spelen.
Het doel: van onze studie was te onderzoeken welke parasieten vaker gerelateerd zijn aan de huidmanifestaties en of atopische achtergrond van de gastheer een rol speelt in deze huidallergische netelroos bij darmparasieten.
Materiaal en methode: 55 patiënten (13 mannen, gemiddelde leeftijd 36 jaar) geïnfecteerd met spijsverteringsparasieten werden onderworpen aan een huidpriktest op inhalerende allergenen (huisstofmijt, pollen, dierlijke huidschilfers) om de atopische status te evalueren. Alle patiënten hadden allergische huid manifestaties (huiduitslag en netelroos) en angio-oedeem als gevolg van hun intestinale parasieten, die verdwenen na antiparasitaire behandeling.
Resultaten: Veertig (73,3%) patiënten vertoonden angio-oedeem en 15 patiënten (26,6%) hadden chronische huiduitslag. Patiënten die geïnfecteerd waren met Ascaris hadden ernstiger symptomen: meer dan 2/3 had angio-oedeem, en slechts een derde had chronische huiduitslag. Meer dan 2/3 van de patiënten was geïnfecteerd met Ascaris lumbricoides: 38 patiënten (69,09%), en slechts een derde was geïnfecteerd met Giardia lamblia: 18 patiënten (32,72%). Slechts een derde van de patiënten (17-30,9%) had een positieve huidpriktest voor ten minste één inhalant allergeen.
Conclusies: De parasiet die het vaakst betrokken is bij huidallergische verschijnselen in onze regio is Ascaris lumbricoides. Acuut angio-oedeem of chronische huiduitslag zijn de belangrijkste huidmanifestaties bij parasitaire infestatie. De atopische eigenschap is niet van belang voor het optreden van allergische verschijnselen bij een parasitaire infestatie.