Scapulothoracale Posities en Beweging

Scapulothoracale bewegingsinterface
De scapulothoracale bewegingsinterface is de plaats van beweging tussen het scapula (schouderblad) en de thorax (borstkaswand). Het schouderblad beweegt rond de borstkas bij vele dagelijkse en atletische activiteiten. Deze beweging vindt niet plaats tussen de spierlagen die het schouderblad van de ribben scheiden.

Scapula glijdend over de thorax

Normaal beweegt het schouderblad over de thorax glijdend op een scapulothoracaal bewegingsraakvlak. Het diepe oppervlak van dit raakvlak bestaat uit de ribben en de spiermassa die ze bedekt. Het oppervlakkige oppervlak van het raakvlak bestaat uit de scapularand samen met de serratusspieren. Er zijn geen algemeen aanvaarde conventies voor het beschrijven van de positie van de scapula op de thorax. Termen als protrractie, retractie en winging zijn nuttig om soorten bewegingen te beschrijven, maar lenen zich niet voor de definitie van posities. Een methode om scapulothoracale posities en bewegingen te beschrijven is nodig om ons te helpen begrijpen hoe het scapula functioneert in bewegingen zoals een golf swing of het duwen van een zware last.

Enig inzicht in scapulothoracale beweging werd verkregen door het bestuderen van elf patiënten met glenohumerale artrodeses. Elke patiënt had elektromagnetische sensoren bevestigd aan zijn thorax en humerus. Omdat allen solide glenohumerale fusies hadden, waren hun humerothoracale en scapulothoracale bewegingen gelijk. Uitgaande van een positie waarbij de scapula plat tegen de borstkaswand lag, hadden deze proefpersonen gemiddeld 47 +/- 13 graden maximale elevatie in het plus 90 graden thoracale vlak en 22 +/- 8 graden maximale elevatie in het min 90 graden thoracale vlak. De totale boog van scapulaire rotatie om de mediale referentielijn was 55 +/- 20 graden. Het is duidelijk dat het scapulothoracale gewricht in staat is een belangrijke bijdrage te leveren aan de schouderbeweging.

Factoren die de scapulothoracale beweging beperken

De beweging van de scapula op de borstkaswand wordt beperkt door de toegestane beweging in de sternoclaviculaire en acromioclaviculaire gewrichten door de coracoclaviculaire ligamenten, door de compliantie van de musculotendineuze aanhechtingen van de scapula en door de geometrie van het scapulothoracale bewegingsraakvlak.

Het bewegingsbereik van de scapulothoracale kan abnormaal beperkt zijn door factoren als sternoclaviculaire artritis acromioclaviculaire artritis contractuur rib- of scapulafractuur posttraumatische littekenvorming tumordislocatie of andere factoren die de scapulothoracale bewegingsinterface verstoren.

Filmpje

Klik om te vergroten

Beweging van de schouder

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.