Een paar jaar geleden schreef ik achtereenvolgens berichten over F. Scott Fitzgeralds The Great Gatsby. (Een over de eerste regels van het boek, de andere over de laatste regels.) Een scherpzinnige lezer gaf een zorgvuldige analyse van de beroemde laatste regel van het boek, die een eigen bericht verdient. Hier is die analyse met Fitzgerald’s tekst ingesprongen, en de analyse van de lezer in
De meeste grote plaatsen aan de kust waren nu gesloten en er was nauwelijks licht behalve het schimmige, bewegende schijnsel van een veerboot aan de overkant van de Sound. En naarmate de maan hoger kwam, begonnen de nutteloze huizen weg te smelten, totdat ik me geleidelijk bewust werd van het oude eiland hier dat ooit bloeide voor de ogen van Nederlandse zeelieden – een frisse, groene borst van de nieuwe wereld.
Zijn verdwenen bomen, de bomen die plaats hadden gemaakt voor Gatsby’s huis,
hadden ooit fluisterend toegezegd aan de laatste en grootste van alle menselijke dromen;
voor een kortstondig betoverd moment moet de mens zijn adem hebben ingehouden in de aanwezigheid van dit continent, gedwongen tot een æsthetische beschouwing die hij noch begreep noch verlangde,
voor de laatste keer in de geschiedenis oog in oog met iets dat in overeenstemming was met zijn vermogen tot verwondering.
En terwijl ik daar zat, mijmerend over de oude onbekende wereld, dacht ik aan Gatsby’s verwondering toen hij voor het eerst het groene licht zag aan het eind van Daisy’s steiger. Hij had een lange weg afgelegd naar dit blauwe gazon en zijn droom moet zo dichtbij hebben geleken dat hij nauwelijks kon falen hem te vatten.
Hij wist niet dat het al achter hem lag, ergens terug in die uitgestrekte duisternis voorbij de stad, waar de donkere velden van de republiek voortrolden onder de nacht.
de orgastische toekomst die jaar na jaar voor ons verdwijnt.
Het ontglipte ons toen,
maar dat is niet erg- morgen zullen we sneller lopen, onze armen verder uitstrekken. . . . En op een mooie morgen…
Zo gaan we verder, boten tegen de stroom in, onophoudelijk teruggevoerd naar het verleden.
Ik dank mijn lezer voor zijn inspanningen.