Wat is prediabetes?
Ongeveer 41 miljoen Amerikanen tussen de 40 en 74 jaar hebben “prediabetes”. Prediabetes is een aandoening die kan worden beschouwd als een vroeg, maar mogelijk omkeerbaar stadium van de ontwikkeling van type 2-diabetes. Prediabetes wordt ook wel verminderde glucosetolerantie of verminderde nuchtere glucose (IGT/IFG) genoemd, afhankelijk van de test die het abnormale resultaat opleverde. Bij prediabetes is de bloedsuikerspiegel (glucose) van een persoon iets hoger dan het normale bereik, maar niet hoog genoeg voor een echte diagnose van diabetes. Mensen met prediabetes hebben een aanzienlijk risico op het ontwikkelen van volledige diabetes. In de studie van het Diabetes Preventie Programma ontwikkelde ongeveer 11% van de mensen met prediabetes type II diabetes per jaar gedurende de drie jaar dat de studie werd gevolgd. Belangrijk is dat mensen met prediabetes over het algemeen geen symptomen van de aandoening hebben.
Testen op pre-diabetes
Dokters gebruiken over het algemeen een van de twee verschillende bloedtests om diabetes en prediabetes te diagnosticeren. De ene heet de nuchtere plasmaglucose test (FPG), waarbij de bloedglucosespiegel van een persoon ’s ochtends voor het ontbijt wordt gemeten. De normale nuchtere bloedglucosespiegel is minder dan 100 mg/dl. Een persoon met prediabetes heeft een nuchtere bloedglucosespiegel tussen 100 en 125 mg/dl. Als de nuchtere bloedglucosespiegel 126 mg/dl of meer bedraagt, wordt iemand geacht diabetes te hebben.
De tweede test die bij de diagnose van diabetes wordt gebruikt, is de orale glucosetolerantietest (OGTT), hoewel deze test niet meer zo vaak wordt gebruikt als vroeger. Deze test kan worden gebruikt om zwangerschapsdiabetes bij zwangere vrouwen vast te stellen. Bij deze test wordt de bloedglucose van een persoon ’s morgens gemeten na een nacht gevast te hebben en nogmaals twee uur na het drinken van een glucoserijke drank. De normale waarde voor bloedglucose is minder dan 140 mg/dl twee uur na het drinken. Bij prediabetes is de twee-uurs bloedsuiker 140 tot 199 mg/dl. Als de twee-uurs bloedglucose stijgt tot 200 mg/dl of meer, heeft een persoon diabetes.
De A1c-test, ofhemoglobine A1c-niveau, is een andere bloedtest die meet hoeveel glucose de afgelopen drie tot vier maanden aan hemoglobine is blijven kleven. Hemoglobine is de stof in de rode bloedcellen die zuurstof naar de cellen van het lichaam vervoert. De A1C-test is belangrijk bij diabetes en prediabetes als maatstaf voor de glucosecontrole in de voorafgaande drie maanden. Normale waarden voor hemoglobine A1c zijn 5,6% of lager. Waarden tussen 5,7% en 6,4% worden beschouwd als prediabetes, terwijl waarden van 6,5% en meer typisch zijn voor diabetes.