Morele inborst kan worden geconceptualiseerd als de aanleg van een individu om ethisch te denken, te voelen en zich ethisch onethisch te gedragen, of als de subset van individuele verschillen die relevant zijn voor moraliteit. Dit essay biedt een raamwerk voor het begrijpen van moreel karakter en zijn relatie tot ethisch en onethisch werkgedrag. We presenteren een drieledig model voor het begrijpen van moreel karakter, met het idee dat er motiverende, bekwaamheids- en identiteitselementen zijn. Het motiverende element is rekening houden met anderen – verwijzend naar de neiging om rekening te houden met de behoeften en belangen van anderen, en hoe de eigen daden andere mensen beïnvloeden. Het element bekwaamheid is zelfregulering – verwijst naar de neiging om het eigen gedrag effectief te reguleren, in het bijzonder met betrekking tot gedrag dat op korte termijn positieve gevolgen heeft, maar op lange termijn negatieve gevolgen voor zichzelf of anderen. Het identiteitselement is morele identiteit – verwijzend naar de neiging om moraliteit te waarderen en zichzelf te willen zien als een moreel persoon. Nadat we hebben uitgelegd wat moreel karakter is, richten we onze aandacht op wat moreel karakter doet, met een focus op hoe het onethisch gedrag, situatieselectie en het creëren van situaties beïnvloedt. Ons onderzoek geeft aan dat de invloed van moreel karakter op werkresultaten significant en consequent is, met belangrijke implicaties voor onderzoek en praktijk in organisatorisch gedrag.
Arquidia Mantina
Artigos
Arquidia Mantina
Artigos