Koningsdag

Wilhelmina (1885-1948)

Speelmedia

Koninginnedag op 31 augustus 1932 in Amsterdam

Geconfronteerd met een impopulaire monarchie zochten de liberalen in de Nederlandse regering in de jaren 1880 naar een middel om de nationale eenheid te bevorderen. Koning Willem III was niet geliefd, maar zijn vierjarige dochter prinses Wilhelmina wel. Op zijn verjaardag werd met tussenpozen een feestdag ter ere van koning Willem gehouden, en J.W.R. Gerlach, redacteur van het Utrechts Provinciaal en Stedelijk Dagblad, stelde voor om de verjaardag van de prinses te vieren als een gelegenheid voor vaderlandsliefde en nationale verzoening. Prinsessedag werd voor het eerst in Nederland gevierd op 31 augustus 1885, Wilhelmina’s vijfde verjaardag. De jonge prinses werd in optocht door de straten gedragen, zwaaiend naar de menigte. De eerste optocht vond alleen in Utrecht plaats, maar andere gemeenten begonnen al snel mee te doen en organiseerden activiteiten voor kinderen. In de daaropvolgende jaren werden nog meer optochten gehouden, en toen Wilhelmina in 1890 de troon erfde, werd Prinsessedag omgedoopt tot Koninginnedag. De viering bleek populair en toen de koningin in 1898 meerderjarig werd, werd haar inhuldiging een week verschoven naar 6 september om Koninginnedag niet in de weg te staan. De jaarlijkse feestdag viel op de laatste dag van de schoolzomervakantie, wat het feest populair maakte bij schoolkinderen. Het is onzeker hoeveel Wilhelmina van de festiviteiten genoot; hoewel schrijver Mike Peek, in een tijdschriftartikel uit 2011 over Koninginnedag, suggereert dat ze enthousiast was, is er een verhaal van Wilhelmina, na een vermoeide terugkeer van een van deze verjaardagsoptochten, die haar pop liet buigen tot het haar van het stuk speelgoed verfomfaaid was, en tegen haar zei: “Nu zul je in een koets zitten en buigen tot je rug pijn doet, en zien hoe leuk je het vindt om Koningin te zijn!”

Koninginnedag 1902 was niet alleen een eerbetoon aan de verjaardag van de koningin, maar werd met nog meer enthousiasme gevierd omdat zij van een ernstige ziekte was hersteld. Wilhelmina woonde na haar volwassenwording zelden Koninginnedagfeesten bij. Wel was zij aanwezig bij de plechtigheden ter gelegenheid van haar zilveren jubileum in 1923, waaronder grootse festiviteiten in Amsterdam en Den Haag, ondanks het verzoek van de koningin om geen grote bedragen uit te geven omdat de economische omstandigheden in die tijd moeilijk waren. Om ervoor te zorgen dat ook de armere delen van de stad aan bod kwamen, speelden muziekkorpsen gelijktijdig op 28 locaties in heel Den Haag. Wilhelmina maakte nog meer uitzonderingen, bijvoorbeeld voor haar vijftigste verjaardag in 1930. Tijdens de Duitse bezetting van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog werden Koninginnedagvieringen verboden, en leden van de Oranjecomités, die de feestdagen organiseren, vernietigden hun administratie uit angst voor Duitse represailles.

Juliana (1948-1980)bewerken

Militaire parade in Arnhem, Koninginnedag 1958

Een ander zomers verjaardagsfeest in Nederland was dat van Wilhelmina’s moeder, koningin-regentes Emma, die na Wilhelmina’s volwassenwording meestal haar eigen verjaardag, 2 augustus, doorbracht op paleis Soestdijk in Baarn. Tot haar dood in 1934 kreeg Emma jaarlijks op haar verjaardag een bloemenhulde van de stedelingen. In 1937 nam Wilhelmina’s dochter en erfgename, Prinses Juliana, na haar huwelijk haar intrek op Paleis Soestdijk en bracht het gemeentebestuur haar een bloemenhulde en verplaatste de datum naar Juliana’s verjaardag, 30 april. In september 1948 besteeg Juliana de Nederlandse troon en vanaf 1949 werd Koninginnedag op haar verjaardag gevierd. De wijziging van de datum vond onmiddellijk bijval bij de Nederlandse kinderen, die er een extra vakantiedag bij kregen. Bij de eerste viering van de feestdag op de nieuwe datum werd in het Olympisch Stadion in Amsterdam een groot circus opgevoerd – zonder de koninklijke familie, die op Paleis Soestdijk bleef. Koningin Juliana behield het bloemenhuldeblijk en verbleef elk jaar op Koninginnedag op Paleis Soestdijk om het in ontvangst te nemen. In de jaren vijftig werd het corso op televisie uitgezonden en Koninginnedag werd steeds meer een nationale feestdag, waarop arbeiders vrij kregen. Juliana had de reputatie een “koningin van het volk” te zijn, en volgens Peek “voelde het alsof zij haar onderdanen uitnodigde in het koninklijk huis”.

Begin 1966 trouwde Juliana’s oudste dochter, prinses Beatrix, met Klaus-Georg von Amsberg. Het huwelijk was omstreden omdat de nieuwe prins Claus (zoals hij werd genoemd) een Duitser was, en Claus zelf in de oorlog in het Duitse leger had gediend. Anti-Duitse rellen in Amsterdam verstoorden de huwelijksdag en de daaropvolgende Koninginnedag. Uit vrees voor nieuwe demonstraties op deze feestdag besloten de regeringsambtenaren de Amsterdamse binnenstad open te stellen voor de vrijmarkt, die al lange tijd op Koninginnedag in de buitenwijken werd gehouden, voornamelijk voor kinderen. De vrijmarkt nam de ruimte in waar demonstraties hadden kunnen worden gehouden, en begon een nieuw gebruik.

Beatrix (1980-2013)Edit

Koningin Beatrix spreekt met de burgemeester van Den Haag, Wim Deetman in Scheveningen, Koninginnedag 2005.

Toen koningin Beatrix bij de troonsafstand van haar moeder Juliana op 30 april 1980 haar moeder opvolgde, besloot de nieuwe koningin de feestdag op 30 april te houden als eerbetoon aan haar moeder. (Als 30 april op een zondag viel, werd Koninginnedag de dag ervoor gevierd – dit gebeurde voor het laatst in 2006). De reden was ook praktisch: Beatrix’ verjaardag op 31 januari zou minder geschikt zijn geweest voor de traditionele buitenactiviteiten. In plaats van in het paleis te blijven en het Nederlandse volk naar haar toe te laten komen, bezocht Beatrix gewoonlijk twee steden per jaar voor de viering van Koninginnedag. Lokale ambachten en gebruiken werden gedemonstreerd voor de koninklijke familie, die de gelegenheid had om mee te doen.

Koninginnedagvieringen zijn soms beïnvloed of verstoord. In 1988 kwamen drie in Duitsland gestationeerde Britse militairen, die in Nederland waren voor Koninginnedag, om het leven bij aanvallen van het Iers Republikeins Leger. In 1996 werden de festiviteiten in Rotterdam getemperd door een alcoholverbod, dat was ingesteld na rellen eerder in de week nadat de plaatselijke voetbalclub Feyenoord kampioen was geworden in de Nederlandse competitie. De in 2001 geplande bezoeken van de koningin aan Hoogeveen en Meppel werden een jaar uitgesteld vanwege een uitbraak van mond- en klauwzeer.

Op 30 april 2009 waren Beatrix en andere leden van de koninklijke familie in Apeldoorn toen een 38-jarige man, Karst Tates, met zijn Suzuki Swift auto op de menigte inreed en daarbij de open-top bus waarin de koninklijke familieleden zaten ternauwernood miste. Zeven mensen kwamen om het leven en verdere festiviteiten werden afgelast. Tates overleed kort nadien aan zijn verwondingen en zijn precieze motieven blijven onduidelijk, maar het lijkt erop dat de koninklijke familie zijn doelwit was. Het incident riep vragen op of de koninklijke familie wel moest blijven deelnemen aan de festiviteiten. Beatrix gaf echter te kennen dat de tragedie haar er niet van zou weerhouden haar volk te ontmoeten. In 2010 bezocht Beatrix met haar gezin Wemeldinge en Middelburg, in de provincie Zeeland. Er deden zich geen incidenten voor, en na afloop bedankte de koningin Zeeland voor het teruggeven van Koninginnedag aan haar familie, en aan haar land.

Koningin Beatrix en haar zoon en erfgenaam Willem-Alexander, Prins van Oranje (zwaaiend) bezoeken Woudrichem in 2007

Koningin Beatrix bezocht in de loop der jaren op Koninginnedag de volgende steden:

  • 1981: Veere en Breda
  • 1982: Harlingen en Zuidlaren
  • 1983: Lochem en Vaassen
  • 1984: Den Haag
  • 1985: Anna Paulowna, Callantsoog en Schagen
  • 1986: Deurne en Meijel
  • 1987: Breukelen
  • 1988: Genemuiden, Kampen, en informeel Amsterdam
  • 1989: Goedereede en Oud-Beijerland
  • 1990: Haren en Loppersum
  • 1991: Buren en Culemborg
  • 1992: Rotterdam
  • 1993: Vlieland and Sneek
  • 1994: Emmeloord and Urk
  • 1995: Eijsden and Sittard
  • 1996: Sint Maartensdijk and Bergen op Zoom
  • 1997: Marken and Velsen
  • 1998: Doesburg and Zutphen
  • 1999: Houten and Utrecht
  • 2000: Katwijk and Leiden
  • 2001: visits cancelled
  • 2002: Hoogeveen and Meppel
  • 2003: Wijhe and Deventer
  • 2004: Warffum and Groningen
  • 2005: Scheveningen and The Hague
  • 2006: Zeewolde and Almere
  • 2007: Woudrichem and ‘s-Hertogenbosch
  • 2008: Makkum and Franeker
  • 2009: Apeldoorn (2009 attack on the Dutch royal family)
  • 2010: Wemeldinge and Middelburg
  • 2011: Weert and Thorn
  • 2012: Rhenen en Veenendaal
  • 2013: bezoeken geannuleerd

Op 28 januari 2013 kondigde koningin Beatrix aan dat zij op 30 april 2013 zou aftreden ten gunste van haar zoon, Willem-Alexander. Omdat deze datum samenviel met Koninginnedag werd het geplande bezoek van de koninklijke familie aan De Rijp en Amstelveen afgelast, maar Koninginnedag 2013 werd wel in het hele land gevierd.

Willem-AlexanderEdit

Koning Willem-Alexander, Koningin Maxima en Prinses Beatrix tijdens de viering van Koningsdag 2014 in De Rijp

Waterland’s Koningsdag fietsrace (2015)

Op 30 april 2013, Koninginnedag, volgde Willem-Alexander zijn moeder Beatrix op en werd de eerste Koning der Nederlanden in 123 jaar. Daarom is vanaf 2014 de naam veranderd van Koninginnedag in Koningsdag. Ook is de datum gewijzigd van 30 naar 27 april, de geboortedag van Willem-Alexander. Op de eerste Koningsdag – gehouden op 26 april 2014 omdat 27 april 2014 een zondag was – bezocht de koning De Rijp en Amstelveen (oorspronkelijk gepland om in 2013 door koningin Beatrix te worden bezocht, maar uitgesteld vanwege haar troonsafstand).

Koning Willem-Alexander heeft in de loop der jaren op Koningsdag de volgende steden bezocht:

  • 2014: De Rijp en Amstelveen
  • 2015: Dordrecht
  • 2016: Zwolle
  • 2017: Tilburg
  • 2018: Groningen
  • 2019: Amersfoort
  • 2020: bezoek afgelast

In verband met de coronavirus pandemie zijn in 2020 veel Koningsdagvieringen afgelast, waaronder het geplande bezoek van de koninklijke familie aan Maastricht. In plaats daarvan werd een alternatief thuisblijfprogramma opgesteld, met een gelijktijdige meezinging van het volkslied en een nationaal toostmoment. De koning sprak het Nederlandse volk toe vanuit zijn woning.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.