American Sycamore
Platanus occidentalis, of plataan, is inheems in het oosten van de Verenigde Staten van oostelijk een derde van Kansas tot Maine en Florida. Hij groeit meestal langs rivieren. De plataan is een van de grootste bomen in de staat en kan een hoogte bereiken van ongeveer 80 voet met immense uitgespreide takken. Hij groeit snel als hij jong is en voldoende vocht krijgt. Deze soort heeft volle zon nodig.
Bladeren, stammen en vruchten
De bladeren zijn enkelvoudig en staan afwisselend op de twijg met 3 of 5 spitse lobben en een paar grove tanden. De basis is gelobd of recht of met een klein driehoekig deel van het blad verlengd langs de bladsteel. Boven geelgroen tot middengroen, onder lichter groen met lichte haren langs de nerven. Kan 6-10 inches lang en 4-6 inches breed worden. Het heeft een bladachtige bladsteel op de stengel boven het blad. De twijgen zijn groen tot lichtbruin of grijsbruin, grof, stijf, vergroot aan de knopen. De knoppen zijn kegelvormig en ontwikkelen zich aan de basis van de bladsteel met slechts één knopschaal. De schors is donkerbruin als hij jong is, maar wordt wit tot groenachtig wit en is opzichtig als hij ouder wordt. De bloemen zitten apart aan dezelfde boom en zijn niet opvallend. Vruchten zijn golfbalachtig en zijn groen als ze jong zijn en bruin als ze rijp zijn.
Gebruik
Habitat voor dieren – Sycamore bomen zijn goede hol- en slaapplaatsbomen
Riparian Buffers – Het is vaak een goede selectie voor oeverbeplantingen vanwege zijn hoge overstromingstolerantie en uitgebreid wortelstelsel.
Aanpassing en bodem
Sycamore heeft zich aangepast aan de oostelijke helft van Kansas en is matig tolerant voor een breed scala van bodems met voldoende bodemvocht. Dit is geen boom voor een droge standplaats.
Ruimte
Ruimte van 1,5 m in oeverbeplantingen en 1,5 m in wildaanplantingen.
Kweek
Eenjarige zaailingen met blote wortel (14 tot 18 inches hoog) worden gebruikt in beschermde beplantingen. Tijdens de vestigingsperiode zal extra water geven en het onder controle houden van concurrerende vegetatie bijdragen aan overleving en vroege groei.
Ongedierte
Anthracnose en lacebugs zijn veel voorkomende problemen.