DHA supplément 8 Dialogues d’histoire ancienne supplément 8, 2013, 65-78
Jordanes, de Slag op de Catalaunische Vlakten, en Constantinopel
Conor Whately1
University of Winnipeg
Tijdens de eerste vijftien jaar van Justinus’ bewind was niet alleen het rijk gegroeid, maar was de staat ook behoorlijk succesvol geweest op het slagveld. De tegenslagen (Amida, 502-503) uit de eerste helft van de zesde eeuw tegen de Perzen hadden plaatsgemaakt voor enkele overwinningen (Dara, 530). Dit had de weg vrijgemaakt voor de heroveringen van Noord-Afrika en Italië die werden bepleit in de wetgeving van Justinianus, 2 door middel van grootse spektakels zoals de triomf van Belisarius, 3 en in de kunst en literatuur van het keizerrijk. 4 De groei van het rijk leidde gedeeltelijk tot de groei van de hoofdstad: het Constantinopel van Justinianus was een kosmopolitische plaats, met inwoners die afkomstig waren uit alle delen van het oostelijke rijk, om nog maar te zwijgen van degenen die waren aangekomen uit nieuw veroverde gebieden zoals Afrika en Italië. Vanaf ongeveer 540 veranderde succes echter in nederlaag toen het rijk een aantal tegenslagen te verduren kreeg. In Afrika brak kort na de snelle verovering opstand uit, terwijl de Ostrogoten van Italië de Oost-Romeinen bijna een decennium lang teisterden na de intocht van Belisarius in Ravenna in 540. De Perzen plunderden Antiochië, de onrust op de Balkan nam toe, en als klap op de vuurpijl brak de builenpest uit waaraan Justinianus zelf het slachtoffer werd, hoewel hij een van de gelukkigen was die het overleefden. 5 Het is dan ook niet verwonderlijk dat de angst van de inwoners van de hoofdstad weerspiegeld wordt in hun literaire werk. Johannes de Lydiër verraadt zijn vijandigheid jegens Justinianus in zijn werk Over de