Een gunstige houding ten opzichte van, of een voorliefde voor, een andere persoon.
Zowel persoonlijke kenmerken als de omgeving spelen een rol bij interpersoonlijke aantrekkingskracht. Een belangrijke bepalende factor voor aantrekkingskracht is vriendelijkheid, oftewel fysieke nabijheid. Mensen die regelmatig met elkaar in contact komen en vooraf geen negatieve gevoelens over elkaar hebben, voelen zich over het algemeen tot elkaar aangetrokken naarmate hun mate van wederzijdse vertrouwdheid en comfortniveau toeneemt. De situatie waarin mensen elkaar voor het eerst ontmoeten, bepaalt ook hoe ze zich tot elkaar zullen voelen. Men zal zich eerder vriendelijk voelen tegenover een persoon die men voor het eerst ontmoet in prettige, comfortabele omstandigheden.
Mensen voelen zich over het algemeen tot elkaar aangetrokken wanneer zij gelijkenissen met elkaar waarnemen. Hoe meer attitudes en meningen twee mensen delen, hoe groter de kans dat zij elkaar aardig zullen vinden. Er is ook aangetoond dat onenigheid over belangrijke kwesties de aantrekkingskracht vermindert. Een van de belangrijkste gedeelde attitudes is dat het wel of niet mogen van dezelfde mensen een bijzonder sterke band schept tussen twee individuen. Het verband tussen interpersoonlijke aantrekkingskracht en gelijksoortige attitudes is complex, want zodra twee mensen vrienden worden, beginnen zij elkaars attitudes te beïnvloeden.
Persoonlijkheidstype is een andere determinant van interpersoonlijke aantrekkingskracht. Op gebieden die te maken hebben met controle, zoals dominantie, competitie en zelfvertrouwen, hebben mensen de neiging om te paren met hun tegenpolen. Dus, bijvoorbeeld, het complementaire paren van een dominante persoon met een onderdanige. Mensen voelen zich aangetrokken tot anderen die op hen lijken in termen van kenmerken die verband houden met verwantschap, waaronder gezelligheid, vriendelijkheid en warmte. Een andere belangrijke factor bij intermenselijke aantrekkingskracht, vooral tijdens de eerste ontmoeting, is het fysieke voorkomen, zelfs bij leden van hetzelfde geslacht. Elke cultuur heeft tamelijk standaard ideeën over fysieke verschijning die dienen als krachtige bepalende factoren in hoe we karakter waarnemen. Vriendelijkheid, gevoeligheid, intelligentie, bescheidenheid en sociabiliteit behoren tot de eigenschappen die in onderzoek vaak worden toegeschreven aan fysiek aantrekkelijke personen. In één onderzoek kregen aantrekkelijke sollicitanten (zowel mannen als vrouwen) een duidelijke voorkeursbehandeling van potentiële werkgevers in vergelijking met minder aantrekkelijke kandidaten die even goed gekwalificeerd waren. Er zijn ook aanwijzingen dat het fysieke voorkomen een grotere rol speelt bij de aantrekkingskracht van mannen op vrouwen dan omgekeerd. Gedrag, evenals uiterlijk, beïnvloedt interpersoonlijke aantrekkingskracht. Ongeacht de omstandigheden wordt gedrag vaak gezien als een weerspiegeling van iemands algemene eigenschappen (zoals vriendelijkheid of agressie) in plaats van als een reactie op een specifieke situatie.
Het type interpersoonlijke aantrekkingskracht dat voor de meeste mensen van bijzonder belang is, is aantrekkingskracht tot het andere geslacht. Tot op zekere hoogte wordt romantische aantrekkingskracht beïnvloed door evolutionaire overwegingen: het voortbestaan van de soort. Sommige deskundigen beweren dat wanneer mensen potentiële partners selecteren, zij zoeken naar iemand wiens status, fysieke aantrekkelijkheid en persoonlijke kwaliteiten ongeveer gelijkwaardig zijn aan die van henzelf. Volgens een andere theorie kiest een persoon een partner die zijn of haar eigen zelfbeeld of persoonlijkheid versterkt. Onderzoekers erkennen over het algemeen dat beide seksen een specifieke reeks gedragingen vertonen om elkaar het hof te maken of te flirten. In het begin gebruiken zowel mannen als vrouwen een gevarieerd repertoire van lichaamstaal om belangstelling en/of beschikbaarheid aan te geven. Mannen kunnen zich uitrekken, overdreven gewone bewegingen maken (zoals in een drankje roeren), of zich opmaken door hun haar glad te strijken of hun stropdas te verstellen, en jongere mannen hebben vaak een branie. Vrouwen vestigen de aandacht op zichzelf door met hun haar te schudden of te spelen, hun hoofd te draaien, hun wenkbrauwen op te trekken, te giechelen of te blozen. Het eerste contact wordt over het algemeen gemaakt door oogcontact, vaak een intieme blik die vervolgens wordt neergeslagen of afgewend. Als het oogcontact positief wordt ontvangen, volgt vaak een glimlach en wordt een gesprek aangeknoopt.
Conversaties die worden aangeknoopt door romantische aantrekkingskracht zijn over het algemeen luchtig en gaan vaak gepaard met gelach. Als de aantrekkingskracht vordert, is de volgende stap terloopse aanrakingen op onschuldige plaatsen zoals de schouder, pols, of onderarm. De laatste stap in de initiële romantische aantrekkingskracht staat bekend als spiegelen of lichaamssynchronisatie, wat een afstemming is van non-verbale lichaamstaal. Met de lichamen op één lijn en naar elkaar gericht, begint het koppel in tandem te bewegen, naar elkaar toe leunend, de benen kruisend, of het hoofd schuin houdend. Door deze handelingen brengt het paar wederzijds de boodschap over dat zij elkaar aardig vinden en op elkaar gesteld zijn. Deze spiegelende activiteit is niet beperkt tot romantische relaties. Zuigelingen beginnen kort na de geboorte het gedrag van volwassenen te spiegelen, en de techniek wordt bewust beoefend door therapeuten, verkopers en anderen die in hun werk een gevoel van verbondenheid met anderen moeten creëren. In het algemeen kan het overnemen van elkaars houdingen worden gezien in vrijwel elke groepering van individuen die zich op hun gemak voelen bij en dicht bij elkaar zijn.