Als we de basisfysica van het vliegen hebben behandeld en de manieren waarop een vliegtuig deze gebruikt om te vliegen, is de volgende voor de hand liggende stap het overwegen van navigatie. Hoe draait een vliegtuig in de lucht? Hoe stijgt het naar een grotere hoogte of duikt het terug naar de grond?
Laten we eerst eens kijken naar de invalshoek, de hoek die een vleugel (of een vleugelprofiel) maakt ten opzichte van de aankomende lucht. Hoe groter de invalshoek, hoe groter de draagkracht. Hoe kleiner de hoek, hoe minder draagkracht. Interessant genoeg is het voor een vliegtuig eigenlijk gemakkelijker om te klimmen dan om op een vaste hoogte te vliegen. Een typische vleugel moet een negatieve invalshoek hebben (schuin naar voren staan) om liftvrij te zijn. Deze vleugelpositionering genereert ook meer weerstand, waardoor meer stuwkracht nodig is.
Advertentie
Advertentie
In het algemeen, zijn de vleugels van de meeste vliegtuigen zo ontworpen dat ze een passende hoeveelheid lift leveren (samen met een minimale luchtweerstand) terwijl het vliegtuig in de kruismodus werkt. Echter, wanneer deze vliegtuigen opstijgen of landen, kan hun snelheid worden verminderd tot minder dan 200 mijl per uur (322 kilometer per uur). Deze drastische verandering in de werkomstandigheden van de vleugel betekent dat een andere vorm van het vleugelprofiel waarschijnlijk beter geschikt zou zijn voor het vliegtuig. De vorm van het vleugelprofiel varieert per vliegtuig, maar piloten veranderen de vorm van het vleugelprofiel verder in real time via kleppen en lamellen.
Tijdens de start en de landing strekken de kleppen (aan de achterkant van de vleugel) zich naar beneden uit vanaf de achterrand van de vleugels. Dit verandert effectief de vorm van de vleugel, waardoor deze meer lucht kan afleiden en dus meer lift creëert. De verandering verhoogt ook de luchtweerstand, waardoor een landend vliegtuig langzamer kan landen (maar tijdens de start meer stuwkracht nodig heeft).
Slats hebben dezelfde functie als flaps (dat wil zeggen, ze veranderen tijdelijk de vorm van de vleugel om de lift te vergroten), maar ze zijn bevestigd aan de voorkant van de vleugel in plaats van aan de achterkant. Piloten gebruiken ze ook bij het opstijgen en landen.
Piloten moeten echter meer doen dan een vliegtuig begeleiden bij het opstijgen en landen. Zij moeten het door het luchtruim sturen, en de vleugelprofielen en hun kleppen kunnen daarbij helpen.