Haagbeuk

De bladeren zijn eirond en verspreid staand, 3-10 cm lang, met scherp dubbel getande randen en 9-15 paar evenwijdige nerven, onderaan duidelijker. Ze zijn onbehaard, met uitzondering van een paar opeengepakte haren op de hoofdnerf onderaan.

ID-controle

Haagbeuk is een bladverliezende boom tot 30 m hoog met een gecanneleerde stam en gladde schors. Hij groeit in bossen en heggen, en wordt vaak in eikenbossen geknot of geknot. Hij groeit alleen op zware kleigronden in Zuidoost-Engeland.

Mannelijke en vrouwelijke bloemen zitten in hangende katjes en groeien afzonderlijk aan dezelfde boom. De mannelijke katjes zijn 2,5-5 cm lang. De vrouwelijke zijn ongeveer 2 cm lang. Ze openen in april en mei.

De vrouwelijke bloemen ontwikkelen zich tot lange hangende trossen, waarbij elke vrucht of ‘noot’ omgeven is door een groen drielobbig ‘blad’. De middelste lob is veel langer dan de andere twee.

Net als bij beuken blijven de bladeren de winter door als ze als haag worden beheerd.

Facts

  • De noten zijn het hoofdvoedsel van appelvinken in de herfst en winter.

  • De naam ‘haagbeuk’ betekent taai hout van ‘hoorn’, hard en ‘balk’ (Duits, baum), een boom.

  • De bladeren worden vaak gegraven door ‘mineerders’, de larven van kleine nachtvlinders.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.