West was een vrije vrouw van kleur, van gemengd ras, of een “hoge gele”. Zij werd geboren in New Haven, Connecticut. In 1835 werd zij gecontracteerd door James Morgan in New York om een jaar lang als dienstbode te werken in Morgan’s Point, Texas, in het hotel van de New Washington Association als huishoudster. Enkele maanden na haar contractjaar, op 16 april 1836, werden West en andere bewoners ontvoerd door de Mexicaanse cavalerie. West werd gedwongen mee te reizen met de troepen van Generaal Antonio López de Santa Anna toen deze zich voorbereidden om het op te nemen tegen het leger onder leiding van Sam Houston, en was op 21 april in het Mexicaanse kamp toen Houston’s troepenmacht aanviel. De Texanen wonnen de Slag bij San Jacinto in 18 minuten.
Volgens de legende was Santa Anna onvoorbereid betrapt omdat hij seks had met West. Er zijn geen contemporaine verslagen die erop wijzen dat Santa Anna op dat moment met een vrouw was, maar het verhaal werd opgetekend in het dagboek van de Engelsman William Bollaert in 1842, die het verhaal te horen kreeg van Sam Houston tijdens een reis met de stoomboot. Nadat het dagboek van Bollaert in 1956 was gepubliceerd, begonnen amateur-historici het verhaal uit te breiden, waarbij Henderson Shuffler suggereerde dat West voldeed aan de beschrijving van het meisje in het toen populaire volksliedje “The Yellow Rose of Texas”. Het verhaal bleef groeien, met veel verwijzingen naar de schoonheid van West, en de legende kreeg vaste voet aan de grond tegen de 1986 Texas Sesquicentennial.
Historicus Philip Thomas Tucker trekt de betrouwbaarheid van het verhaal in twijfel door erop te wijzen dat “Santa Anna een uitgesproken afkeer had van de vermenging van rassen.” Santa Anna was van mening dat veel van Mexico’s politieke problemen hieraan te wijten waren: “Wij hebben gefaald vanwege onze betreurenswaardige rassenvermenging, en de verantwoordelijkheid voor deze trieste stand van zaken ligt bij de Spaanse missionarissen die de Indianen voor uitsterven behoedden.”
Na de Slag bij San Jacinto wilde de echte Emily West Texas verlaten, maar de papieren die haar “vrij” verklaarden waren zoekgeraakt. Majoor Isaac Moreland, commandant van het garnizoen in Galveston, stond borg voor Emily bij haar aanvraag voor een paspoort. Emily keerde mogelijk in maart 1837 terug naar New York.