1620s: Jarenlang stond het eiland ten dienste van de inheemse Amerikaanse bewoners van wat nu Manhattan is. Het eiland was een belangrijke bron van voedsel vanwege de grote oesterpopulatie. Vanaf 1609 arriveerden de Nederlanders met Henry Hudson en koloniseerden het land, inclusief de kleinere eilanden in de haven, die zij de drie “Oestereilanden” noemden.
1667: Een Nederlandse kolonist met de naam Isaac Bedloe wordt eigenaar van het eiland.
1669: Koloniale gouverneur Francis Lovelace verzoekt Isaac’s eigendom alleen voort te zetten als het eiland wordt omgedoopt tot Love Island.
1673: Isaac Bedloe overlijdt en Lovelace wordt omvergeworpen door de Nederlanders. De naam verandert van Love in Bedloe’s Island.
1732: Isaac’s weduwe, Mary Bedloe Smith, verkoopt het eiland aan twee kooplieden uit New York om een faillissement te voorkomen.
1738-1757: New York City neemt bezit van het eiland en gebruikt het als quarantainestation om aankomende schepen te inspecteren op ziekten. Dit blijft zo tot 1746, wanneer Archibald Kennedy het eiland koopt als vakantiehuis voor één zomer. Daarna gaat het terug naar New York en komt het in quarantaine tijdens de uitbraak van de pokken in 1755.
1759-1760: Op het eiland wordt een ziekenhuis gebouwd.
1772-1794: Tijdens de Revolutionaire Oorlog werd het eiland gebruikt als asiel voor de kolonisten die tijdens de oorlog nog trouw bleven aan Groot-Brittannië. Het was het toneel van een grote aanval waarbij veel van de gebouwen werden verwoest. De Fransen zouden het later gebruiken als isolatiestation. De regering besteedde toen geld aan de bouw van een fortificatie op het eiland.
1807: Het eiland wordt tot militaire post verklaard en men begint met de bouw van een militair fort dat de haven van New York moet beschermen.
1811: Een stervormig fort wordt voltooid en bewaakt de haven tijdens de oorlog van 1812. Het fort wordt later omgedoopt tot Fort Wood.
1834: Er wordt een overeenkomst gesloten tussen New York en New Jersey over het eigendom van het eiland. Het land zelf is eigendom van New York, terwijl New Jersey het water en het onderwaterland rondom het eiland onderhoudt. Het leger van de Verenigde Staten blijft tot 1937 op het eiland actief.
1871: Frederic Auguste Bartholdi maakt een rondreis door de Verenigde Staten voor mogelijke locaties voor het Vrijheidsbeeld. Hij kiest Bedloe’s eiland als de ideale plek en wijst het aan als locatie voor het standbeeld.
1875: Edouard de Laboulaye vraagt formeel toestemming aan president Ulysses S. Grants om Bedloe’s Island te gebruiken als de officiële locatie van de standbeelden. Grant ondertekent op 3 maart 1877 een wetsvoorstel waarin dit wordt verklaard.
1881-84: Funderingswerkzaamheden voor de sokkel beginnen op Bedloe’s Island. Hoeksteen van de sokkel wordt gelegd.
1885: Het standbeeld arriveert op Bedloe’s Island en wordt opgeslagen totdat de financiering en de bouw van de sokkel zijn voltooid.
1886: De sokkel is voltooid en het standbeeld wordt opnieuw gemonteerd op Bedloe’s Island en op 28 oktober gewijd.
1924: Het Vrijheidsbeeld wordt door president Calvin Coolidge uitgeroepen tot nationaal monument.
1937: Het Ministerie van Oorlog doet afstand van de controle over Bedloe’s Island. De National Park Service begint met de herinrichting van het eiland om het standbeeld te complementeren.
1956: Bedloe’s Island wordt omgedoopt tot Liberty Island.
Wil je deze prachtige geschiedenis van dichtbij meemaken? Ga dan met ons mee voor een rondleiding!