Een Joodse Farizeeër (Fil 3:5-6; Gal 1:14; 2Kor 11:22) die geloofde in de strikte naleving van de Wet van God, zowel voor hemzelf als voor alle gelovige Joden.
Waarom hij christen werd
Toen Paulus naar Damascus reisde, had hij een ontmoeting met de opgestane Christus (Handelingen 9:1-19). Hij raakte ervan overtuigd dat gemeenschap met de opgestane Jezus (Gal 1:11-12), en niet het onderhouden van de Wet (Gal 3:1-5), de noodzakelijke en voldoende voorwaarde was voor het ontvangen van en deelnemen aan Gods belofte voor verlossing.
Missionaire strategie
Paulus geloofde dat Christus voor allen gekomen was en dat het onderhouden van de Joodse Wet niet noodzakelijk was voor hen die in Christus geloofden (Gal 2:15-21 – 3:1-5). Dit veroorzaakte een voortdurende strijd met hen die meenden dat de Joodse voorschriften noodzakelijk waren voor allen die toegang tot de Kerk zochten (Gal 5:7-12).
St. Paulus’ essentiële boodschap
In Jezus Christus had God gehandeld om redding te bieden aan allen die geloven (Rom 1: 1-7). Deze verlossing, waarvan de volledige verwezenlijking in de toekomst ligt, heeft haar begin in het heden. Mensen kunnen deze verlossing in hun eigen leven ervaren (Rom 8:14-17).
Centraliteit van Jezus Christus
Christenen zijn met Christus verenigd door het geloof (Rom 5:1-2) en verheugen zich in de gave van Gods Geest, in afwachting van de tijd dat de Heer zal wederkomen en het verlossingswerk zal zijn voltooid (1 Thess 4:13-18).
De band van de christen met Christus
Door het geloof en de doop (Rom 6,3-5) neemt de christen een nieuwe identiteit in Christus aan. Op sociaal niveau sluit de christen zich aan bij de gemeenschap van de kerk, die het evangelie verkondigt en leeft in verbondenheid met de Geest van Christus (Gal. 3, 25-28). Op het persoonlijke vlak erkennen christenen dat zij, verenigd met de Heer en gerechtvaardigd door Christus, de hulp krijgen die nodig is om elke neiging tot immoreel leven te overwinnen (Galaten 5:16-26).
Justification
In Paulus’ denken was de rechtvaardigheid van God heilbrengende rechtvaardigheid op zijn best. God is getrouw en vervult de beloften die in het verbond zijn gedaan. God rechtvaardigt, wat betekent dat het God alleen is die de mensheid verzoent door Christus (Rom 3,21-31). Mensen kunnen zichzelf niet rechtvaardigen, maar kunnen alleen gerechtvaardigd worden door in geloof verenigd te zijn met Jezus Christus en door de door Christus verworven genade te aanvaarden (Rom 5,1-2). Rechtvaardiging is niet iets dat gewonnen kan worden door de Wet te volgen, maar mensen kunnen alleen met God in het reine komen en vrijgemaakt worden van een leven van immoraliteit door Gods verzoenende genade als een gratis geschenk te aanvaarden.
De Wijsheid van God
De gedachte dat Gods verlossende werk volbracht is in de gekruisigde Jezus is een schandaal voor de Joden en dwaasheid voor de Grieken (1 Kor 1:17-25). Het idee dat een veroordeelde een middel tot verlossing zou kunnen zijn, ging in tegen de grondbeginselen van het Joodse geloof. Zij konden niet geloven dat een gekruisigd mens een teken van God kon zijn. Het is dwaasheid voor de Grieken, omdat het idee dat de transcendente God betrokken zou zijn bij menselijke aangelegenheden belachelijk was, vooral in de vorm van een gekruisigde misdadiger.
