Er bestaan geen domme vragenEdit
Carl Sagan, in zijn werk The Demon-Haunted World: Science as a Candle in the Dark zei: “Er zijn naïeve vragen, vervelende vragen, slecht geformuleerde vragen, vragen gesteld na inadequate zelfkritiek. Maar elke vraag is een schreeuw om de wereld te begrijpen. Er bestaat niet zoiets als een domme vraag”.
Een vrouw, die een verhaal vertelde over een oude man die al haar “domme vragen” beantwoordde, legde uit: “Chica, als je een vraag stelt, zie je er vijf minuten dom uit – maar als je niets vraagt, blijf je vijftig jaar dom, dus stel altijd vragen in je leven”.
In een Dear Abby column uit 1970 in The Milwaukee Sentinel stond te lezen: “Er bestaat niet zoiets als een domme vraag als hij oprecht is. Beter te vragen en het risico te lopen dom over te komen, dan door te gaan op je onwetende weg en een domme fout te maken.
“Er bestaat niet zoiets als een domme vraag, alleen domme antwoorden”. Presentation Skills That Will Take You to the Top zegt dat binnen de zakenwereld het adagium waar is. Het boek voegt eraan toe “een vraag kan ongeïnformeerd zijn, raakvlak hebben, of schijnbaar irrelevant, maar, of de presentator het nu als dom ziet of niet, elk lid van het publiek heeft het volste recht om elk soort vraag te stellen”.
In the Line of Fire: How to Handle Tough Questions – When It Counts suggereert dat er geen domme vragen zijn, maar wel raakvlakken, en dat deze snel en effectief moeten worden afgehandeld.
Designing Field Studies for Biodiversity Conservation zegt “er bestaat niet zoiets als een domme vraag, zolang hij eindigt met een vraagteken”.
Er bestaan domme vragenEdit
Het artikel Ink Out Loud: ‘Er bestaat niet zoiets als een domme vraag’ en andere kwalen die lavendel geneest definieert domme vragen als:
- Die vragen die al beantwoord zijn, maar de vraagsteller luisterde niet of lette niet op.
- Vragen die op eigen houtje met volledige zekerheid beantwoord kunnen worden. Immers, online of uit andere bronnen gevonden informatie kan onjuist zijn, dus het kan nooit kwaad om te controleren.
- Vragen waarvan het antwoord pijnlijk duidelijk zou moeten zijn voor elke persoon met een polsslag die langer dan een decennium op deze aarde heeft geleefd.
- Vragen die belachelijke of hypothetische veronderstellingen bevatten.
Vragen die als dom werden aangehaald en die werden gesteld door de mediapool tijdens de Super Bowl van 2000 zijn “Ray Lewis? Ja, Ray, hoe lang ben je al omringd door schurken?”, “Als je een boom was, wat voor boom zou je dan zijn?”, en “Kun je de Backstreet Boys opnoemen?”
Breaking into the Game Industry betoogt dat het adagium (en de verwante “de enige domme vraag is de vraag die nooit wordt gesteld”) alleen relevant is voor het klaslokaal, en dat er in de echte wereld, wanneer je indruk op iemand wilt proberen te maken, veel domme vragen zijn die je kunt stellen.
School House Diary: Reflections of a Retired Educator merkt op dat leraren deze zin graag uitspreken, en suggereert dat, terwijl ze zelf de domme vragen willen roepen, ze op het adagium terugvallen om te voorkomen dat het kind belachelijk wordt gemaakt.