Om de resultaten van cytologisch onderzoek bij Aster in een begeleidend artikel effectief te kunnen inventariseren en becommentariëren, wordt een schema van infragenerische classificatie voorgesteld waarbij het chromosoomnummer als centraal diagnostisch kenmerk wordt gebruikt. Er worden redenen gegeven waarom, met uitzondering vanUnamia Greene die naarSolidago wordt overgebracht, en de algemeen erkende geslachtenLeucelene Greene,Machaeranthera Nees enXylorhiza Nutt., geen van de segregate geslachten die eerder zijn voorgesteld of in de literatuur zijn opgenomen, wordt gehandhaafd. In plaats daarvan krijgen deze taxa een subgenerische of sectionele rang. Er worden twee extra subgenera vastgesteld om de soortengroepen onder te brengen die traditioneel tot de “eigenlijke Aster” worden gerekend en die gekenmerkt worden door een chromosomenbasisnummer van respectievelijkx = 5 enx = 8. In totaal worden tien subgenera van het geslacht Aster, waarvan er vijf verder zijn onderverdeeld in een totaal van 24 secties, erkend als representatieve soorten in de Nieuwe Wereld. Alle basionymen en typesoorten zijn vermeld, en een aantal nieuwe combinaties en statuswijzigingen zijn gevalideerd overeenkomstig de Internationale regels voor de botanische nomenclatuur. Waar bekend (uit de literatuur en persoonlijk onderzoek), zijn chromosoomnummers opgenomen voor de soorten.
Arquidia Mantina
Artigos
Arquidia Mantina
Artigos