Heterodon platirhinos
Beschrijving: Oostelijke hognoseslangen zijn gedrongen slangen waarvan de naam is afgeleid van hun omgekeerde snuit. Ze zijn zeer variabel van kleur, maar zijn meestal bruin of grijs met donkerbruine vlekken. Bij sommige individuen is het algemene patroon doorweven met roodachtige of oranje vlekken; sommige zijn echter patroonloos en lijken effen grijs of zwart. Oostelijke hognoseslangen hebben gekielde schubben en kunnen worden onderscheiden van zuidelijke hognoseslangen door de onderzijde van de staart, die lichter is dan de buik.
Voeding/Dieet: De hognoseslang gebruikt zijn omgekeerde neus om te graven naar padden, een favoriet voedsel. Vergrote tanden in het achterste deel van de bek worden gebruikt om padden te “ploppen” zodat ze gemakkelijker doorgeslikt kunnen worden.
Productie: Hognoslangen leggen 5-50 eieren in juni en juli. De baby’s komen ongeveer twee maanden later uit en lijken op de volwassenen.
Diversen: Wanneer ze zich bedreigd voelen, sissen de halsslangen luid en spreiden ze hun nek zoals cobra’s doen, wat resulteert in de bijnamen “puff adder” of “spreading adder”. Ze bijten zelden tijdens dit vertoon, maar ze kunnen herhaaldelijk toeslaan. Als de tegenstander doorgaat, veinst de slang de dood door zijn bek te openen, zich op zijn rug te rollen en in het rond te kronkelen. Als ze op haar buik wordt gedraaid, rolt ze onmiddellijk weer op haar rug.