Eerste KruistochtEdit
De strijdkreet van de Eerste Kruistocht wordt voor het eerst vermeld in de Gesta Francorum, een kroniek die rond 1100 is geschreven door een anonieme auteur die in verband werd gebracht met Bohemond I van Antiochië, kort na de succesvolle veldtocht. Volgens dit verslag, terwijl de Prinsen van de Kruistocht in de nazomer van 1096 in Amalfi bijeen waren, riep een groot aantal gewapende kruisvaarders met het teken van het kruis op hun rechterschouders of op hun rug in unisono “Deus le volt, Deus le volt, Deus le volt”. De middeleeuwse historicus Guibert de Nogent vermeldt dat “Deus le volt” door de pelgrims is gehandhaafd ten nadele van andere kreten.
De Historia belli sacri, later geschreven rond 1131, haalt de strijdkreet ook aan. Hij wordt opnieuw genoemd in de context van de inname van Antiochië op 3 juni 1098. De anonieme auteur van de Gesta bevond zich zelf onder de soldaten die de torens van de muur veroverden, en verhaalt dat “toen zij zagen dat zij al in de torens waren, zij met blijde stemmen begonnen te roepen Deus le volt; zo hebben wij ook geschreeuwd”.
Robert de MonnikEdit
Robert de Monnik, die de Gesta Francorum ca. 1120 herschreef, voegde een verslag toe van de toespraak van Urbanus II op het Concilie van Clermont, waarvan hij een ooggetuige was. De toespraak culmineert in Urbanus’ oproep tot orthodoxie, hervorming en onderwerping aan de Kerk. Robert schrijft dat de paus de westerse christenen, arm en rijk, opriep de Grieken in het oosten te hulp te komen:
Toen paus Urbanus deze en vele soortgelijke dingen had gezegd in zijn urbane toespraak, bracht hij de verlangens van allen die aanwezig waren zozeer tot één doel, dat zij uitriepen: ‘Het is de wil van God! Het is de wil van God! Toen de eerbiedwaardige Romeinse paus dat hoorde, dankte hij met ten hemel geslagen ogen God en zei, met zijn hand de stilte gebiedend: Geliefde broeders en zusters, heden openbaart zich in u wat de Heer in het Evangelie zegt: “Waar twee of drie vergaderd zijn in mijn naam, daar ben Ik in het midden van hen.” Als de Heer God niet in uw geest aanwezig was geweest, zou u niet allen dezelfde kreet hebben geslaakt. Want al kwam de kreet uit vele monden, toch was de oorsprong van de kreet één. Daarom zeg ik u, dat God, die dit in uw borsten heeft ingeplant, het uit u heeft losgemaakt. Laat dit dan uw strijdkreet zijn in gevechten, want dit woord is u door God gegeven. Wanneer een gewapende aanval wordt gedaan op de vijand, laat dan deze ene kreet worden opgeheven door alle soldaten van God: Het is de wil van God. Het is de wil van God!
Robert meldt ook dat de kreet Deus lo vult aanvankelijk schertsend door de soldaten van Bohemond werd geroepen tijdens hun gevechtsoefeningen, en later een echte strijdkreet werd, die Bohemond interpreteerde als een goddelijk teken.