Dendrologie, ook wel bosdendrologie of xylologie genoemd, studie van de kenmerken van bomen, struiken, lianen, en andere houtachtige planten. Dendrologie wordt algemeen beschouwd als een tak van de systematische plantkunde of bosbouw en houdt zich voornamelijk bezig met de taxonomie van houtachtige soorten. Historisch gezien omvatte de dendrologie ook de natuurlijke historie van de houtige soorten in een bepaald gebied, maar dergelijke studies worden nu meer toegeschreven aan het gebied van de ecologie. Moderne dendrologie is vaak gericht op de identificatie van economisch nuttige houtgewassen en hun taxonomische verwantschappen voor industriële bosbouw, hoewel de discipline ook nuttig is voor het behoud van zeldzame of bedreigde soorten.
Op basisniveau leert de dendrologie botanici en bosbouwers de nomenclatuur en classificatie van houtgewassen en hoe ze morfologische kenmerken en informatie over de habitat kunnen gebruiken om onbekende soorten te identificeren. Belangrijke morfologische kenmerken zoals bladeren, schors, kegels, bloemen, vruchten en groeiwijze zijn belangrijke dendrologische identificatiemiddelen, maar meer subtiele kenmerken, zoals knoppen, twijgen, exsudaten en bladlittekens, zijn vaak sleutelfactoren bij het onderscheiden van verwante soorten en zijn bijzonder nuttig bij de identificatie van bladverliezende soorten in het winter- of droge seizoen. Bovendien kunnen het geografische gebied, de habitat, de samenstelling van de gemeenschap en andere fysische en ecologische indicatoren belangrijke determinatie-informatie verschaffen.