Defecatie, ook wel stoelgang genoemd, de handeling van het verwijderen van vaste of halfvaste afvalstoffen (feces) uit het spijsverteringskanaal. Bij de mens worden de afvalstoffen gewoonlijk een- of tweemaal daags verwijderd, maar de frequentie kan variëren van enkele malen per dag tot driemaal per week en binnen de normale grenzen blijven. Spiersamentrekkingen (peristaltische golven) in de wanden van de dikke darm verplaatsen het fecale materiaal door het spijsverteringskanaal naar het rectum.
Het rectum is een distensibele gespierde buis die fungeert als een tijdelijk reservoir voor het afvalmateriaal. Wanneer de wanden van het rectum uitzetten door de vulling, wordt het verlangen om te poepen gestimuleerd door de rekreceptoren van het zenuwstelsel die zich in de wanden van het rectum bevinden. De drang gaat binnen een tot twee minuten over als deze niet wordt verlicht, en het materiaal in het rectum wordt dan vaak teruggevoerd naar de dikke darm waar meer water wordt geabsorbeerd. Als de ontlasting voortdurend wordt uitgesteld, leidt dit tot constipatie en verharde ontlasting.
Wanneer het rectum gevuld is, neemt de druk binnen het rectum toe. Deze verhoogde intrarectale druk dwingt de wanden van het anale kanaal aanvankelijk uit elkaar, waardoor het fecale materiaal het kanaal kan binnendringen; terwijl het materiaal binnendringt, helpen de spieren die aan de bekkenbodem vastzitten de wanden van het anale kanaal verder uit elkaar te trekken. Het rectum wordt korter terwijl het materiaal in het anale kanaal wordt uitgestoten, en peristaltische golven stuwen de ontlasting uit het rectum. In de anus bevinden zich twee spiervernauwers, de inwendige en uitwendige sluitspier, die ervoor zorgen dat de ontlasting wordt doorgelaten of tegengehouden. Bij het uittreden van de ontlasting wordt de anus door de spieren van het bekkenmembraan over de passerende massa omhoog getrokken om te voorkomen dat het anale kanaal verzakt (uit het lichaam wordt geduwd).
Tijdens de defecatie wordt de uitscheiding van urine gewoonlijk gestimuleerd. De borstspieren, het diafragma, de buikwandspieren en het bekkenmembraan oefenen allemaal druk uit op het spijsverteringskanaal. De ademhaling stopt tijdelijk omdat de gevulde longen het middenrif omlaag duwen om druk uit te oefenen. De bloeddruk in het lichaam stijgt en de hoeveelheid bloed die door het hart wordt rondgepompt, neemt af.
Defecatie kan volledig onvrijwillig zijn, maar kan ook onder vrijwillige controle staan. Incontinentie – het verlies van controle over het evacuatieproces – kan met de leeftijd ontstaan; het kan ook het gevolg zijn van chirurgisch, verloskundig, ruggengraat- of ander lichamelijk letsel of van neurologische stoornissen als gevolg van diabetes, beroerte of multiple sclerose. Defecatie kan ook worden beïnvloed door pijn, angst, temperatuurverhoging, en psychologische of neurologische complicaties. Diarree, of abnormaal frequente defecatie, is een kenmerkend symptoom van vele ziekten en aandoeningen – het meest opvallend bij ziekten als cholera en dysenterie.