Glutamine is een niet-essentieel aminozuur, wat betekent dat het lichaam in staat is het zelf te synthetiseren en het zit ook in de meeste voedingseiwitten. Glutamine speelt een belangrijke rol in veel lichaamsfuncties en dient als:
- brandstofbron voor dunne darm enterocyten
- stikstofdonor voor bepaalde synthetische routes
- Precursor voor zowel nucleïnezuur- als nucleotidesynthese
- Regulator van het zuur-base-evenwicht
- Neurotransmitterprecursor
- Cellulaire energiebron van het immuunsysteem voor lymfocyten, macrofagen en fibroblasten
Glutamine raakt uitgeput tijdens katabolisme in omstandigheden die metabole stress veroorzaken, waaronder trauma en infectie. Onder deze omstandigheden kunnen de intracellulaire glutaminegehalten met 50% of meer worden verlaagd. Kankerpatiënten hebben glutamine depletie omdat tumoren dit aminozuur gebruiken, wat leidt tot eiwitkatabolisme.
Uitputting van skeletspier glutamine als gevolg van tumorgroei leidt tot cachexie. De wetenschappelijke gemeenschap gelooft dat tumoren het verlies van glutamine bij kankerpatiënten verergeren en dat glutamine de potentie heeft om tumorgroei te vertragen of te stoppen door zijn immunomodulerende effect.
De resultaten van dierlijk en menselijk onderzoek naar het gebruik van glutamine bij kanker zijn tegenstrijdig. Onderzoekers zijn bezorgd dat glutamine-suppletie leidt tot een toename van tumorgroei bij kankerpatiënten na in vitro studies die een toename van celgroei door glutamine-suppletie aantoonden. Latere in vivo studies toonden het tegenovergestelde effect aan, namelijk een afname van de tumorgroei.
Onderzoek heeft aangetoond dat de inname van glutamine bij darmkankerpatiënten, ongeacht de grootte van de tumor en het celtype, vergelijkbaar is met de opname in gezond darmweefsel, wat de onderzoeksgemeenschap geruststelt over de vraag of glutamine sneller wordt opgenomen in darmziekten.
In vroege studies bij ratten bleek dat het glutamine-verrijkte dieet resulteerde in een toename van 60% in spierglutamine zonder het volume of het gebruik van glutamine te verhogen. Ook bleek dat aanvullende toediening van glutamine aan ratten die methotrexaat chemotherapie kregen, de tumor methotrexaat concentratie verhoogde, methotrexaat-geïnduceerde bijwerkingen verminderde en de overleving verbeterde.
De meeste studies van aanvullende glutamine bij patiënten die chemotherapie kregen, hebben zich gericht op het beoordelen van de rol ervan bij het verlichten van bijwerkingen. In een gerandomiseerd, dubbelblind onderzoek naar orale toediening van glutamine (16 g/dag) of placebo bij 18 patiënten die chemotherapie voor maag- en darmkanker kregen, bleek dat glutamine goed werd verdragen, maar geen significant effect had op het mondslijmvlies, zoals geschat door patiënten en onderzoekers.
Andere studies hebben enkele voordelen van glutamine gevonden. In een gerandomiseerde, dubbelblinde, cross-over studie van 24 patiënten die chemotherapie kregen die mucositis veroorzaakt, kregen de patiënten glutamine of placebo of placebo gevolgd door glutamine. De resultaten toonden aan dat de ernst en de duur van de pijn in de mond aanzienlijk minder was bij suppletie met glutamine plus chemotherapie.
Het effect van glutamine op chemotherapie-geïnduceerde diarree is ook onderzocht. Orale glutamine (18g / dag gedurende 15 dagen) werd toegediend aan de helft van de 70 darmkankerpatiënten vóór de chemotherapie en de andere helft van de patiënten kreeg een placebo. De duur van de diarree was 1,9 dagen in de glutaminegroep, vergeleken met 4,5 dagen voor de placebogroep. Patiënten die glutamine kregen, kregen ook minder loperamidetabletten om de diarree onder controle te houden. In een andere studie hadden patiënten die glutamine kregen een significante vermindering van gevoelloosheid van de vingers en benen.
De resultaten van de evaluatie van het onderzoek naar de potentiële voordelen van glutamine bij de behandeling van kanker zijn bemoedigend, maar blijven onduidelijk. Sommige onderzoekers hebben onlangs gesuggereerd dat glutamine in feite een essentieel aminozuur zou kunnen zijn.
Verlagingen in glutamine niveaus na trauma of grote brandwonden, postoperatief, en bij patiënten met ziekten zoals inflammatoire darmziekten, AIDS en kanker zijn aangehaald. Verder onderzoek ter bevestiging van het werkingsmechanisme en de werkzaamheid van glutamine als adjuvante therapie bij patiënten die met kanker worden behandeld, is van essentieel belang.