Soms trekken herders met hun kuddes over internationale grenzen op zoek naar nieuwe weidegronden of voor handelsdoeleinden. Deze grensoverschrijdende activiteit kan soms leiden tot spanningen met nationale regeringen, aangezien deze activiteit vaak informeel is en buiten hun controle en regelgeving valt. In Oost-Afrika bijvoorbeeld verloopt meer dan 95% van de grensoverschrijdende handel via onofficiële kanalen en de onofficiële handel in levende runderen, kamelen, schapen en geiten uit Ethiopië die aan Somalië, Kenia en Djibouti worden verkocht, genereert jaarlijks een geschatte totale waarde van 250 tot 300 miljoen US-dollar (100 maal meer dan het officiële cijfer). Deze handel helpt de voedselprijzen te verlagen, de voedselzekerheid te vergroten, de spanningen aan de grenzen te verminderen en de regionale integratie te bevorderen. Er zijn echter ook risico’s, aangezien de ongereguleerde en ongedocumenteerde aard van deze handel risico’s met zich meebrengt, zoals de mogelijkheid dat ziekten zich gemakkelijker over de landsgrenzen verspreiden. Bovendien zijn regeringen ongelukkig met gederfde belastinginkomsten en inkomsten uit deviezen.
Er zijn initiatieven geweest om de grensoverschrijdende handel te bevorderen en ook te documenteren, om zowel de regionale groei als de voedselzekerheid te stimuleren, maar ook een effectieve vaccinatie van het vee mogelijk te maken. Initiatieven zijn onder meer Regional Resilience Enhancement Against Drought (RREAD), Enhanced Livelihoods in Mandera Triangle/Enhanced Livelihoods in Southern Ethiopia (ELMT/ELSE) als onderdeel van het Regional Enhanced Livelihoods in Pastoral Areas (RELPA)-programma in Oost-Afrika, en het Regional Livelihoods Advocacy Project (REGLAP), dat wordt gefinancierd door het Bureau voor humanitaire hulp van de Europese Commissie (ECHAO).