Volledig Beknopt
Hoofdstuk Inhoud
Daniëls visioen bij de rivier de Hiddekel. (1-9) Hij moet een ontdekking van toekomstige gebeurtenissen verwachten. (10-21)
Commentaar op Daniël 10:1-9.
(Lees Daniël 10:1-9.)
Dit hoofdstuk vertelt het begin van Daniëls laatste visioen, dat wordt voortgezet tot het einde van het boek. De tijd zou nog lang duren voordat alles volbracht zou zijn; en veel ervan is nog niet vervuld. Christus verscheen aan Daniël in een glorierijke gedaante, en het zou ons moeten aanzetten om hoog en eervol over Hem te denken. Laten wij Zijn neerbuigendheid voor ons en onze verlossing bewonderen. Er bleef geen kracht over in Daniël. De grootste en beste mensen kunnen de volle ontdekkingen van de Goddelijke heerlijkheid niet verdragen; want geen mens kan die zien en leven; maar verheerlijkte heiligen zien Christus zoals Hij is, en kunnen de aanblik verdragen. Hoe vreselijk Christus ook moge schijnen voor hen die onder veroordelingen van zonde zijn, er is genoeg in Zijn woord om hun geesten tot rust te brengen.
Commentaar op Daniël 10:10-21
(Lees Daniël 10:10-21)
Wanneer wij in gemeenschap met God treden, past het ons om een gepast besef te hebben van de oneindige afstand tussen ons en de heilige God. Hoe zullen wij, die stof en as zijn, tot de Heer der heerlijkheid spreken? Niets is waarschijnlijker, niets is doeltreffender om de afhangende geest van de heiligen op te wekken, dan verzekerd te zijn van Gods liefde voor hen. Vanaf de eerste dag dat wij op een plichtsgetrouwe manier naar God beginnen te kijken, staat Hij klaar om ons op een genadige manier tegemoet te treden. Zo is God bereid het gebed te verhoren. Toen de engel de profeet had verteld van de dingen die komen zouden, moest hij terugkeren en zich verzetten tegen de decreten van de Perzische koningen tegen de Joden. De engelen zijn werkzaam als Gods dienaren, Hebreeën 1:14. Hoewel de koningen van Perzië veel tegen de Joden hadden gedaan, omdat God het toeliet, zou er nog veel meer onheil zijn aangericht als God het niet had voorkomen. Hij wil nu vollediger aantonen wat Gods bedoelingen waren, waarvan de profetieën een schets vormen; en wij zijn bezorgd om te bestuderen wat geschreven staat in deze Schriften der waarheid, want zij behoren tot onze eeuwige vrede. Terwijl Satan en zijn engelen en boze raadgevers vorsten ophitsen tot onheil tegen de kerk, mogen wij ons verheugen dat Christus, onze Vorst, en al zijn machtige engelen optreden tegen onze vijanden; maar wij moeten niet verwachten dat velen ons gunstig gezind zijn in deze boze wereld. Doch de gehele raad Gods zal vaststaan; en laat een ieder bidden: Here Jezus, zij onze gerechtigheid nu, en Gij zult ons eeuwig vertrouwen zijn, door het leven, in den dood, op den dag des oordeels, en in der eeuwigheid.