Cellulaire ademhaling is wat cellen doen om suikers af te breken om energie te krijgen die ze kunnen gebruiken. De celademhaling neemt voedsel op en gebruikt het om ATP te maken, een chemische stof die de cel gebruikt voor energie.
In de regel wordt bij dit proces zuurstof gebruikt en het wordt aërobe ademhaling genoemd. Het bestaat uit vier fasen: de glycolyse, de Link-reactie, de Krebs-cyclus en de elektronentransportketen. Hierbij wordt ATP geproduceerd, dat de energie levert die de cellen nodig hebben om arbeid te verrichten.
Wanneer de cellen niet genoeg zuurstof krijgen, gebruiken ze een anaërobe ademhaling, waarbij geen zuurstof wordt gebruikt. Bij dit proces ontstaat echter melkzuur, en het is niet zo efficiënt als wanneer zuurstof wordt gebruikt.
Aerobe ademhaling, het proces waarbij wel zuurstof wordt gebruikt, levert veel meer energie op en produceert geen melkzuur. Het produceert ook kooldioxide als afvalproduct, dat vervolgens in de bloedsomloop terechtkomt. Het kooldioxide wordt naar de longen gebracht, waar het wordt uitgewisseld voor zuurstof.
De vereenvoudigde formule voor aërobe celademhaling is:
De woordvergelijking hiervoor is:
Aerobe celademhaling kent vier stadia. Elke stap is belangrijk, en zou niet kunnen gebeuren zonder de stap ervoor. De stappen van de aërobe celademhaling zijn:
- Glycolyse (de afbraak van glucose)
- Koppelingsreactie
- Krebs-cyclus
- Elektronentransportketen, of ETC