Beperkingen van de studie
Dit was een retrospectieve casestudy-analyse; hoewel 50 gelegenheden met bullae en 50 gelegenheden zonder bullae werden geregistreerd, was de steekproef slechts afkomstig van 1 patiënt; de bevindingen zijn daarom niet strikt generaliseerbaar. Prospectieve studies met een grotere steekproefomvang moeten worden uitgevoerd om voldoende bewijs te leveren voor de mogelijke bijdrage van hyperglykemie in de verhoogde incidentie van bullosis diabeticorum. Bovendien werden de bloedglucosespiegels geregistreerd tijdens de ochtenden van de kantoorbezoeken op dagen dat er geen bullae waren opgetreden en werden ze geregistreerd in een relatief korte periode na het ontstaan van bullae. Dit kan een zekere mate van variabiliteit hebben toegevoegd aan de analyse van de gegevens. Ten slotte was een andere variabele in dit geval de positieve HIV-status van de patiënt. Er is echter geen verband gerapporteerd tussen de HIV-status en de incidentie van bullosis diabeticorum.
Conclusie
Hoewel bullosis diabeticorum multifactorieel van aard kan zijn, speelt de regulatie van de bloedglucosespiegel een centrale rol in alle voorgestelde etiologieën. Deze casus benadrukt het belang van adequate glucosecontrole en hoe het gebrek aan adequate controle, met name hyperglykemie, kan leiden tot een verhoogde dermatologische morbiditeit. Voor zover de auteurs weten, is dit een van slechts 2 gepubliceerde studies waarin de correlatie tussen bloedglucosespiegels en het ontstaan van diabetische bullae is onderzocht, en het is de eerste studie waarin een statistisch significante correlatie tussen verhoogde bloedglucosespiegels en het ontstaan van diabetische bullae is ontdekt. Adequaat bewijs voor deze associatie kan echter niet worden vastgesteld op basis van een enkel gevalrapport, zodat aanvullend onderzoek nodig is om deze relatie verder op te helderen.