Beschadigt migraine de hersenen? Dit is een vraag die de Migraine Trust vaak krijgt, vooral na verhalen in de media waarin de vraag wordt gesteld of migraine schadelijke veranderingen in de hersenen kan veroorzaken. Daarom hebben we onze medische trustees om hulp gevraagd bij het interpreteren van het onderzoek.
Bij onderzoek naar migraine wordt soms gebruik gemaakt van beeldvormingstechnologie, of scans, om de hersenstructuur te onderzoeken en de hersenen van migrainepatiënten te vergelijken met die van mensen die daar geen last van hebben. Daarom zou het proberen te begrijpen of er verschillen zijn in de structuur van de migrainehersenen kunnen helpen bij het ontwikkelen van nieuwe en effectievere behandelingen voor migraine.
In een paper van Dr. A Bashir en anderen, beoordeelden de auteurs 19 eerdere studies, waarvan 13 studies waren van mensen die migraineklinieken bezochten. Vergeleken met niet-migrainepatiënten hadden degenen met migraine met aura (maar niet degenen met migraine zonder aura) een kleine maar statistisch significante toename van afwijkingen aan de witte stof. Infarct-achtige laesies kwamen statistisch vaker voor bij mensen met migraine met aura dan bij degenen die migraine zonder aura hadden. Geruststellend is echter dat deze bij geen van beide groepen migrainepatiënten vaker voorkwamen dan bij de mensen zonder migraine. Het onderzoek toont aan dat mensen met migraine zonder aura geen belangrijk risico lopen op afwijkingen van de witte hersenstofmassa of op infarct-achtige laesies in vergelijking met mensen zonder migraine. Bovendien zijn er geen cognitieve (denk)problemen veroorzaakt door migraine of door het hebben van een MRI-scan die vergelijkbaar zijn met die in de onderzoeken. Het onderzoek toont aan dat de huidige aanbevolen behandeling voor migraine niet hoeft te worden veranderd, en dat er geen scans nodig zijn voor mensen met een definitieve diagnose van migraine zonder ongewone symptomen. Ongewone symptomen die zorgen baren en nader onderzoek rechtvaardigen, zoals een MRI-scan, worden meestal opgepikt wanneer de arts een neurologisch onderzoek uitvoert.
Mensen met migraine hadden ook meer volume in sommige delen van hun hersenen, en minder volume in andere delen van hun hersenen, vergeleken met mensen zonder migraine. De verschillen in volume die werden gezien in verschillende delen van de hersenen lijken statisch te zijn, dat wil zeggen, niet iets dat progressief lijkt te zijn of veroorzaakt wordt door migraineaanvallen. Nogmaals, op basis van wat nu bekend is, zijn er geen cognitieve gevolgen of implicaties voor de behandeling van migraine. Er is echter veel meer onderzoek nodig voordat een verdere interpretatie kan worden gemaakt en deze bevindingen kunnen gewoon de erfenis van migraine markeren.
Professor Peter Goadsby, directeur van de NIHR-Wellcome Trust Clinical Research Facility in King’s College Hospital, Londen, en trustee van The Migraine Trust, gelooft dat het oplossen van dit soort vragen enorm belangrijk is en een goed gefinancierd, grootschalig, op bevolkingsonderzoek gebaseerd beeldvormingsonderzoek zal vereisen.