Badland, gebied dat wordt doorsneden en geërodeerd door vele diepe, kronkelige geulen met tussenliggende zaagtandscheidingen. De geulen strekken zich uit van de hoofdrivieren tot de hoogvlakten van 150 m en hoger. De bodem van de geulen loopt op van bijna vlak bij de hoofdrivieren tot bijna verticaal aan de randen van de hoogvlakten. Omdat de rotsen niet uniform van aard zijn, resulteren verschillen in erosie in trapsgewijze profielen. Het samenvoegen en scheiden van de geulen veroorzaakt vele geïsoleerde onregelmatige spitsen, kleine buttes met platte toppen, of mesa’s, en produceert een landschap van grillige, geribbelde, en schijnbaar ontoegankelijke heuvels.
Badlands ontstaan in dorre tot semi-dorre gebieden waar het vaste gesteente slecht gecementeerd is en de neerslag over het algemeen in de vorm van wolkbreuken valt. Het droge, korrelige oppervlaktemateriaal en de lichte vegetatie worden tijdens regenbuien van de hellingen geveegd, waardoor de geulen kaal blijven.
De term badland werd voor het eerst gebruikt voor een deel van zuidwestelijk South Dakota, dat Frans-Canadese pelsjagers de mauvaises terres pour traverser (de “slechte gronden om te doorkruisen”) noemden; later werd de term ook gebruikt voor andere gebieden met een soortgelijke geërodeerde topografie. De South Dakota Badlands omvatten een gebied van ongeveer 5.200 km2 dat zich in oostelijke en westelijke richting uitstrekt over een afstand van 160 km2 langs de districtsgrenzen Jackson-Washabaugh en Pennington-Shannon. Het Badlands National Monument omvat het grootste deel van het ruige terrein in Jackson en Pennington county’s.