En Ford is zowat de populairste Amerikaan, zeker een van de rijkste; hier is de persoon wiens geld en invloed enorme aandacht afdwingt, die dingen uitspuwt die niet anders zijn dan wat Hitler op datzelfde moment in zijn bierhal-bijeenkomsten in München zegt.
Voor de Joden, denk ik, veroorzaakt het dat ze zich echt afvragen hoe echt ze worden geaccepteerd als Amerikanen. Ik denk dat het psychische schade heeft aangericht. Ik denk dat het een soort in zichzelf keren veroorzaakte, een soort angst voor de grotere samenleving. Ik denk dat het hen het gevoel gaf dat ze zichzelf moesten bewijzen, dat het niet genoeg was dat ze nuchtere, eerlijke, hardwerkende burgers waren. Ze moesten uitspraken doen over hoe Amerikaans ze waren. In 1938 ontving Ford een onderscheiding van het nazi-regime, het “Grootkruis van de Duitse Adelaar.” Hoe moeten we deze onderscheiding interpreteren? Wat betekent het?
De Duitsers eren Ford, om een paar redenen. Ten eerste, ze zijn erg ingenomen met de hele lopende band technologische modernisering. Het Model T en Volkswagen zijn min of meer vergelijkbare auto’s. Het idee van de Volkswagen, de volkswagen, was om betaalbaar te zijn voor de gemiddelde Duitser. Het is een beetje zoals het Model T uit die tijd; dat de auto niet alleen iets voor de elite moest zijn, maar een auto die de gewone Duitser zich kon veroorloven. Dus de Ford Model T en Volkswagen, zouden we kunnen zien als een soort van in een soortgelijke categorie. Vanuit het oogpunt van antisemitisme, kon Hitler naar Ford kijken als iemand die — laten we hem een leeftijdsgenoot noemen. Beiden begonnen in de jaren twintig te schrijven en informatie te verspreiden over wat zij beschouwden als deze grote krachtige bedreiging, “de Jood.”
En Hitler was zeer geïnspireerd door Ford’s geschriften. En het idee dat dit in de Verenigde Staten zou kunnen gebeuren, was denk ik ook heel belangrijk voor Hitler, want toen mensen in de Verenigde Staten zich uitspraken tegen het nazisme en een soort retoriek gebruikten, “Nou, hier zou het nooit kunnen gebeuren,” en “Wij zijn de bastions van de democratie,” denk ik dat Hitler er een zekere voldoening uit zou hebben geput Ford aan te kunnen wijzen als, in zekere zin, net zo’n goede antisemiet als hijzelf was.
Is het mogelijk de schade die Ford aanrichtte te kwantificeren?
Het is moeilijk te zeggen hoeveel schade Ford heeft aangericht. Mensen kunnen ook antisemitisch zijn geweest zonder Ford. Het is alleen intrigerend in hoeverre hij verantwoordelijk was, en niet zozeer in hoeverre hij ideeën bevestigde die uit andere bronnen kwamen.
Hitler was zich zeer bewust van Henry Ford, van Henry Fords geschriften, en prees ze. Hij wendde zich tot dezelfde documenten. Er is een rode draad. De Protocollen van de Ouderen van Zion was een geliefde tekst voor beiden. En er waren zeker zakelijke connecties tussen Ford Motors en het Nazi regime.
De vraag wordt altijd gesteld: Wat deden Amerikaanse Joden als reactie op de escalerende crisis in Europa, na Hitlers machtsovername? En hoewel ik denk dat er geen twijfel over bestaat dat ze veel deden, ze waren zeer actief, ze waren geagiteerd en agiteerden, tot op zekere hoogte werd hun gedrag getemperd. Hun gevoel van wat ze konden doen werd getemperd door de wetenschap hoe doordringend het antisemitisme in Amerika was. Als iemand als Henry Ford, met zoveel macht en rijkdom, zo’n uitgesproken antisemiet kon zijn – en we weten dat Hitler erg onder de indruk was van Henry Ford – dan moet het wel zo zijn dat veel Amerikanen die opvattingen delen. En daarom is er echt een grens aan wat we kunnen doen.
Als er geen Henry Ford was geweest, zouden ze dan agressiever zijn geweest? Dat kunnen we niet weten. Maar ik denk dat in hun calculus, “Hoe agressief kunnen we zijn, druk uitoefenen voor de zaak van de Joden van Europa?” “Hoeveel kunnen we proberen: druk uitoefenen op het Congres, redactionele artikelen in kranten, demonstraties, bijvoorbeeld om meer Duits-joodse vluchtelingen toe te laten, of dan Pools-joodse vluchtelingen? Ze waren zich zeer bewust van de omvang van het antisemitisme en de mate waarin hun mogelijkheden echt beperkt werden door die houding daarbuiten, in zekere zin belichaamd door Ford.8178>