Een minimaal verlichtingsniveau is vereist om objecten correct en zonder vermoeidheid te kunnen lezen en zo de voorgenomen taak correct (en soms veilig) uit te voeren.
Het vereiste verlichtingsniveau hangt af van de uit te voeren activiteit
Lichtniveau of verlichtingssterkte, is de totale lichtstroom die op een oppervlak, per oppervlakte-eenheid, valt. Gewoonlijk worden de lichtniveaus per taak gedefinieerd in normen en standaarden. De moeilijkheid is om de ruimte te definiëren waarin de taak moet worden uitgevoerd. De hoeveelheid licht die door een bepaalde bron in alle richtingen wordt afgegeven, wordt lichtstroom genoemd (of “lichtvermogen” of “lux”) en is een maat voor de totale waargenomen kracht van het licht. Het wordt gemeten in lumen.
Meeteenheden Lichtniveau – verlichtingssterkte
Illichtsterkte wordt gemeten in voetkaarsen (ftcd, fc, fcd) (of lux in het metrieke SI-stelsel). Een voetkaars is eigenlijk één lumen lichtdichtheid per vierkante voet, één lux is één lumen per vierkante meter.
– 1 lux = 1 lumen / vierkante meter = 0,0001 fot = 0.0929 voetkaars (ftcd, fcd)
– 1 fot = 1 lumen / vierkante centimeter = 10000 lumen / vierkante meter = 10000 lux
– 1 voetkaars (ftcd, fcd) = 1 lumen / sq ft = 10,752 lux
Hoe te meten ?
Een lichtmeter (ook wel luxmeter genoemd) is erg handig. Een lichtmeter meet de hoeveelheid zichtbare lichtverlichting in een bepaald getest gebied. De verlichting wordt uitgedrukt in eenheden van LUX (metrisch) of Foot candles (Engels).
