14 Mogelijke IEP-aanpassingen voor kinderen met autisme en ADHD

Veel gedragsanalisten die kinderen met een autismespectrumstoornis begeleiden, kunnen contact hebben met de school van het kind. Zij kunnen ook betrokken zijn bij de ontwikkeling van de IEP van het kind. Als ze niet direct betrokken zijn, brengen ouders vaak hun zorgen over de IEP van het kind naar voren bij de gedragsanalist. Daarom is het nuttig om een aantal mogelijke interventie- en aanpassingsstrategieën bij de hand te hebben om aan te bevelen als dit uw praktijkgebied is.

Booth (1998) geeft een royale lijst van mogelijke IEP-accommodaties die kunnen worden gebruikt voor kinderen met verschillende speciale behoeften, zoals ADHD of Autisme Spectrum Stoornis. Niet alle aanpassingen werken voor alle kinderen, dus kies de strategie of strategieën die het meest geschikt zijn voor het specifieke kind waarmee je werkt.

Hoewel aanpassingen vaak nodig zijn en in sommige gevallen langdurig nodig zijn, is het ook nuttig om te overwegen hoe we het kind kunnen leren om nieuwe vaardigheden te ontwikkelen die hem zullen helpen om succesvoller te zijn in de algemene onderwijsklas en om, indien mogelijk, niet zoveel aanpassingen nodig te hebben.

Hier volgen enkele voorbeelden van mogelijke IEP-interventies of aanpassingen die u zou kunnen aanbevelen:

  1. Zorg voor een werkruimte met weinig afleiding, vooral voor toetsen, indien nodig.
  2. Bied het kind een zitplaats in de buurt van de docent
  3. Bereid het kind voor op komende veranderingen of overgangen in de routine
  4. Bied kinderen met hyperactiviteit bewegingsmogelijkheden, bijvoorbeeld door de mogelijkheid te bieden om in de gang te lopen, wat te drinken te halen uit de fontein, of een boodschap te doen voor de leerkracht (bij voorkeur afhankelijk van het op de juiste manier werken gedurende een bepaalde tijd).
  5. Wees duidelijk over verwachtingen, zoals het opschrijven van opdrachten of verwachtingen voor het kind.
  6. Bied het kind schriftelijke hoogtepunten uit de lezingen van de leraar.
  7. Bied het kind een wekelijkse of maandelijkse planning van activiteiten en opdrachten.
  8. Breek grote opdrachten op in kleinere delen voor het kind.
  9. Zorg voor positieve versterking voor de juiste deelname aan de les en het voltooien van taken in de vorm van lof en mogelijk een puntensysteem of penning.
  10. Zorg voor visuele aanwijzingen voor dingen zoals dagschema’s of voor het op de taak blijven.
  11. Lees de teststof hardop voor als dit een probleem is voor het kind.
  12. Bied het kind een plan van aanpak voor studievaardigheden met betrekking tot het vak dat wordt onderwezen.
  13. Bied dagelijkse hulp bij het gebruik van een planner.
  14. Help de leerling een organisatiesysteem te maken en te gebruiken.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.