De Spaanse Inquisitie werd uitgevoerd op bevel van Koning Ferdinand en Koningin Isabella van Spanje in 1478. Het doel van de inquisitie was het neerslaan van alle religieuze tegenstellingen (eerst het jodendom en later de islam) en het vestigen van de volledige dominantie van het katholicisme. Joden werden verstoten (meer dan 160.000) en bekeerlingen werden zwaar onder de loep genomen en beschuldigd van het in het geheim belijden van hun vroegere geloof.
Mensen die tijdens de Spaanse inquisitie als ketters werden beschouwd, werden als gevangenen vastgehouden in donkere en slecht geventileerde kerkers tijdens tribunalen door het hele land. Inquisiteurs martelden deze gevangenen op wrede wijze, zowel lichamelijk als geestelijk, om een bekentenis af te dwingen.
De martelmethoden van de Spaanse inquisitie waren verontrustend en sommige van de instrumenten waren zeer uitgebreid. Het slachtoffer stierf vaak tijdens het proces. Gevangenen die veroordeeld waren wegens ernstige beschuldigingen van ketterij ondergingen een openbare executie na een auto-de-fé (een openbare bekentenis). Zeg wat je wilt over de inquisiteurs, maar ze wisten zeker hoe ze… creatief moesten zijn.