Gladiatoren waren de atletische supersterren van het oude Rome. Hun gevechten in de arena trokken duizenden fans, waaronder vaak de belangrijkste mannen van die tijd. Succesvolle gladiatoren, traditioneel gekocht als slaven, kregen duizenden aanhangers, genoten van royale geschenken, en konden zelfs vrijgelaten worden als ze genoeg overwinningen behaalden. Hieronder worden tien gladiatoren beschreven die allen roem en faam verwierven – zowel in als buiten de arena – in het oude Rome.
Orspronkelijk ontdekt via graffiti gevonden in Pompeii in 1817, werd Tetraites gedocumenteerd voor zijn pittige overwinning op Prudes. Vechtend in de Murmillones stijl, hanteerde hij een zwaard, een rechthoekig schild, een helm, arm- en scheenbeschermers. De omvang van zijn roem werd pas aan het eind van de twintigste eeuw volledig begrepen, toen tot in Frankrijk en Engeland aardewerk werd gevonden waarop Tetraites overwinningen waren afgebeeld.
Er is niet veel bekend over deze twee rivalen, hoewel hun laatste gevecht goed gedocumenteerd was. Het gevecht tussen Priscus en Verus in de eerste eeuw na Christus was het eerste gladiatorengevecht in het beroemde Flavische Amfitheater. Na een urenlange strijd gaven de twee gladiatoren zich tegelijkertijd gewonnen en legden ze hun zwaarden neer uit respect voor elkaar. De menigte brulde van goedkeuring, en Keizer Titus beloonde beide strijders met de rudis, een klein houten zwaard dat aan gladiatoren werd gegeven bij hun pensioen. Beiden verlieten het theater zij aan zij als vrije mannen.
Spiculus, een andere vermaarde gladiator uit de Eerste Eeuw na Christus, genoot een bijzonder nauwe relatie met de (naar verluidt) kwaadaardige keizer Nero. Na Spiculus’ talrijke overwinningen schonk Nero hem paleizen, slaven en onvoorstelbare rijkdommen. Toen Nero in 68 na Christus ten val werd gebracht, drong hij er bij zijn helpers op aan Spiculus te vinden, want hij wilde sterven door toedoen van de beroemde gladiator. Maar Spiculus kon niet worden gevonden, en Nero werd gedwongen zich van het leven te beroven.
Hoewel hij een Romeins burger van geboorte was, koos Attilius voor de gladiatorenschool in een poging de zware schulden die hij tijdens zijn leven had gemaakt af te lossen. In zijn eerste gevecht versloeg hij Hilarus, een gladiator van Nero, die dertien keer achter elkaar had gewonnen. Attilius versloeg vervolgens Raecius Felix, die twaalf gevechten achter elkaar had gewonnen. Zijn prestaties zijn opgetekend in mozaïeken en graffiti die in 2007 zijn ontdekt.
Waar andere gladiatoren op deze lijst bekend staan om hun gevechten van hand tot hand tegen andere mensen, was Carpophores een befaamde Bestiarius. Deze gladiatoren vochten uitsluitend tegen wilde dieren, en hadden als zodanig een zeer kortstondige carrière. Vechtend bij de inwijding van het Flavisch Amfitheater, versloeg Carpophores een beer, leeuw en luipaard in één enkel gevecht. In een ander gevecht die dag, slachtte hij een neushoorn met een speer. In totaal zou hij die dag alleen al twintig wilde dieren hebben gedood, waardoor fans en mede gladiatoren Carpophorus vergeleken met Hercules zelf.
Crixus, een Gallische gladiator, was de rechterhand van de nummer één op deze lijst. Hij had veel succes in de ring, maar nam het zijn Lanista, de leider van de gladiatorenschool en zijn “eigenaar”, kwalijk. Dus nadat hij ontsnapt was uit zijn gladiatorenschool, vocht hij in een slavenopstand en hielp hij met relatief gemak grote legers te verslaan die door de Romeinse Senaat waren verzameld.
Na een meningsverschil met de leider van de opstand, splitsten Crixus en zijn mannen zich echter af van de hoofdgroep, met als doel Zuid-Italië te vernietigen. Deze manoeuvre leidde vijandelijke strijdkrachten af van de hoofdgroep, waardoor ze kostbare tijd kregen om te ontsnappen. Helaas sloegen de Romeinse legioenen Crixus neer voordat hij wraak kon nemen op het volk dat hem zo lang had onderdrukt.
Flamma, een Syrische slaaf, stierf op dertigjarige leeftijd, nadat hij vierendertig keer had gevochten en eenentwintig van die gevechten had gewonnen. Negen gevechten eindigden in remise, en hij werd slechts vier keer verslagen. Het meest opmerkelijke is dat Flamma in totaal vier keer de Rudis kreeg. Wanneer de rudis aan een gladiator werd gegeven, werd hij gewoonlijk bevrijd van zijn ketenen, en mocht hij normaal tussen de Romeinse burgers leven. Maar Flamma weigerde de rudis en koos ervoor om verder te vechten.
Commodus, beroemd geworden door Joaquin Phoenix in de film Gladiator uit 2000, was een keizer die graag en zo vaak mogelijk de strijd aanbond met gladiatoren. Commodus was een narcistische egomaniak en zag zichzelf als de grootste en belangrijkste man ter wereld. Hij geloofde dat hij Hercules was en trok zelfs een luipaardvel aan, zoals de mythologische held dat droeg. Maar in de arena vocht Commodus meestal tegen gladiatoren die gewapend waren met houten zwaarden, en slachtte hij wilde dieren af die vastgebonden of gewond waren.
Zoals je wel kon raden, steunden de meeste Romeinen Commodus daarom niet. Zijn capriolen in de arena werden gezien als respectloos, en zijn voorspelbare overwinningen zorgden voor een slechte show. In sommige gevallen nam hij invalide Romeinse burgers gevangen, en slachtte ze af in de arena. Een bewijs van zijn narcisme was dat Commodus een miljoen sestertiën rekende voor elk optreden – hoewel hij nooit echt “uitgenodigd” was om in de arena te verschijnen. Commodus werd vermoord in 192 na Christus, en men gelooft dat zijn acties als “gladiator” zijn binnenste kring aanmoedigde om de moord te plegen.
Spartacus was een Thracische soldaat die gevangen was genomen en als slaaf verkocht werd. Lentulus Batiatus van Capua moet zijn potentieel hebben herkend, want hij kocht hem met de bedoeling een gladiator van hem te maken. Maar de onafhankelijkheid van een krijger laat zich niet gemakkelijk opgeven: in 73 v. Chr. overtuigde Spartacus zeventig van zijn mede-gladiators, waaronder Batiatus, om in opstand te komen tegen Batiatus. Bij deze opstand werd hun voormalige eigenaar vermoord, en de gladiatoren ontsnapten naar de hellingen van de nabijgelegen Vesuvius. Terwijl ze onderweg waren, bevrijdde de groep vele andere slaven – en vergaarde zo een grote en machtige aanhang.
De gladiatoren besteedden de winter van 72 v. Chr. aan het trainen van de pas bevrijde slaven ter voorbereiding op wat nu bekend staat als de Derde Servische Oorlog, toen hun gelederen aanzwollen tot wel 70.000 individuen. Hele legioenen werden erop uitgestuurd om Spartacus te doden, maar deze werden gemakkelijk verslagen door de vechtlust en ervaring van de gladiatoren. In 71 v. Chr. verzamelde Marcus Licinius Crassus 50.000 goed getrainde Romeinse soldaten om Spartacus te achtervolgen en te verslaan. Crassus liep Spartacus in Zuid-Italië in de val, verpletterde zijn troepen en doodde Spartacus in het proces. Zesduizend van zijn volgelingen werden gevangen genomen en gekruisigd. Hun lichamen werden gebruikt om de weg van Capua naar Rome te bekleden.